De Jonge: niet nog meer huisartsen gaan in hun praktijk boosteren
Huisartsen die al afspraken met de GGD hebben gemaakt over boosteren in hun praktijk mogen doorgaan, maar andere huisartsen kunnen dit niet meer doen. Dat zegt demissionair coronaminister Hugo de Jonge na afloop van het coronadebat. Hij zegt dat dit maandag is afgesproken met onder meer de Landelijke Huisartsen Vereniging en de GGD’en.
Tijdens het debat benadrukte hij al geen huisartsen tegen te houden, zolang die er maar voor zorgen dat de vaccinaties goed worden geregistreerd. Maar enthousiast is hij er niet over. Volgens De Jonge zorgt het voor „veel gedoe” en kost het „tijd en energie” die huisartsen aan andere taken kunnen besteden. Uitsluitsel geven of nog meer huisartsen afspraken kunnen maken hierover, deed hij toen niet.
Liever ziet hij dat huisartsen zich op een andere manier inzetten, bijvoorbeeld door te helpen in kleinschalige verpleeghuizen of door niet-mobiele patiënten thuis te prikken. Daarover maken huisartsen wel afspraken met hun lokale GGD. Ook hoopt De Jonge dat huisartsen patiënten kunnen aansporen naar de GGD-prikstraten te gaan. Verder juicht hij toe dat huisartsen, waarvan sommige gepensioneerd zijn, daar zelf ook meewerken in de boostercampagne.
In onder meer Noord-Brabant willen huisartsen zelf tienduizenden prikken zetten in hun praktijk. Hierover hebben zij ook afspraken gemaakt met de lokale GGD’en. Maar de minister vreest dat niet alle boosterprikken goed worden geregistreerd, omdat de huisartsen en de GGD’en andere systemen gebruiken. Geprikten kunnen daarmee in de problemen komen als ze een coronapas willen aanvragen. „De registratie is echt een klus voor huisartsen, terwijl dit al is geregeld bij de GGD”, zegt de minister.