„Een zure en bittere pil”: reformatorische restauranthouders over de lockdown
„Een zure en bittere pil.” Zo noemen reformatorische horecaondernemers de onverwachte lockdown.
Maandagmorgen, iets voor elven. „Wacht even, ik loop even naar een rustig plekje”, zegt Joost Zekveld aan de telefoon. Onderweg naar dat rustige plekje geeft hij een medewerker van een van zijn twee restaurants nog wat instructie. „Ja, verdeeld over Gouds Glas en Gewoon Gouds heb ik zestig mensen fulltime in dienst en veertig parttime. We proberen er met elkaar nog wat van te maken. Normaal gesproken zouden we deze maandagmorgen om 10.00 uur gewoon open gaan. Nu moeten we switchen naar afhalen.”
Zekveld had de lockdown niet zien aankomen. „Misschien naïef van mij. Ik had echt gedacht deze weken van kerstvakantie nog lekker wat omzet te kunnen maken. De koelkasten zitten vol met eten wat we voor deze dagen hebben ingeslagen. Voor niets dus.”
Het ingeslagen voedsel kan slechts voor een deel worden ingevroren. „Denk aan vlees en vis. Maar voor zaken zoals verse groente en zuivel kan dat niet.” Zekveld is van plan om dat voedsel zoveel mogelijk weg te geven aan mensen die weinig hebben te besteden. „Ik heb al aan de diaconie van onze kerkelijke gemeente en de directeur van de basisschool gevraagd om adressen. Dan kunnen mensen die het niet zo breed hebben, tenminste nog lekker eten deze dagen en hoeven wij het eten niet allemaal weg te gooien.”
Daarnaast hoopt Zekveld dat bezoekers van de binnenstad bij zijn restaurants Gouds Glas en Gewoon Gouds aan de Markt eten komen afhalen. „Mensen kunnen gewoon naar binnenlopen om iets te bestellen. Helaas moeten ze dat dan wel buiten opeten of mee naar huis nemen. Maar dan hebben we toch even contact met mensen en kunnen ze heel even de kerstsfeer proeven.”
De lockdown is voor nogal wat horecaondernemers de druppel die de emmer doet overlopen. Zij stoppen met hun bedrijf. Voor Zekveld is dat geen optie. „Alles wat we hadden, hebben we in het tweede restaurant, Gouds Glas, gestopt. Als ik nu stop, gooi je dat allemaal weg. Er zijn gelukkig nog mensen die financieel willen helpen, hoewel dat geld natuurlijk ook ooit terugbetaald moet worden.” De omzet van Gewoon Gouds lag dit jaar 85 procent lager dan in 2019, voor de coronatijd.
De ondernemer probeert positief te blijven, hoewel dat niet altijd eenvoudig is. „Ik ervaar een gevoel van onmacht, ik kan niets aan de situatie veranderen. Het lijkt alsof de horeca de allergrootste bron van besmettingen is, maar dat is bij lange na niet zo. Het enige wat ik kan doen, is de schouders er onder zetten en er van maken wat er van te maken valt.”
De Lunterse Boer
De lockdown kwam voor eigenaar Ko Bostelaar van De Lunterse Boer „vrij onverwachts. We hadden nog wat mooie plannen voor rond de Kerst, zoals een kerstdinch op vrijdag en zaterdag in ons restaurant en kerstarrangementen in ons hotel. Daar gaat allemaal een streep door. Hotelgasten annuleren ook omdat het niet erg aantrekkelijk is om op de hotelkamer te moeten eten.”
De afgelopen anderhalve maand kenmerkte zich sowieso door veel annuleringen. „Het aantal beperkingen werd steeds groter. Eerst tot 20.00 uur open, later tot 17.00 uur. Voor bedrijven wordt het dan ook niet meer interessant om ons vergadercentrum af te huren.”
De lockdown zorgt voor een gevoel van teleurstelling en machteloosheid bij de jonge horecaondernemer. „We hebben dit bedrijf overgenomen in november 2019 en we hebben nog geen normaal boekjaar kunnen draaien. Ik had gehoopt dat 2022 een normaal jaar zou worden, maar dat zie ik er ook niet van komen. Officieel duurt deze lockdown tot 14 januari maar ik vrees dat hij veel langer gaat duren. We moeten in onze sector heel veel geduld hebben en dat wordt iedere keer behoorlijk op de proef gesteld. We zitten echt in de hoek waar de klappen vallen.”
Het is voor Bostelaar niet altijd eenvoudig om de moed er in te houden. „Ik zei vanmorgen tegen mijn personeel: de enige zekerheid die we als horeca hebben is onzekerheid. Dat knaagt ook aan de veertig mensen die we in dienst hebben. Anderzijds is dit bedrijf te mooi om bij de pakken neer te zitten. We hebben twee seizoenen achter de rug waarin we heel goed gedraaid hebben, dus dat geeft hoop voor de toekomst. Ik blijf hopen op jaren waarin we normaal kunnen draaien en niet iedere keer hoeven terug te schakelen.”
Bellevue
Voor eigenaar Ruben Bakker van restaurant Bellevue in Sliedrecht kwam de lockdown minder hard aan. „De omzet stelde de laatste tijd al niet veel meer voor. Toen we nog tot 20.00 uur open mochten, konden mensen nog een hapje komen eten. Maar toen we om 17.00 uur dicht moesten, liep dat al hard terug. De laatste weken waren we alleen op woensdag en zaterdag open. Met Kerst zijn we altijd al dicht. Dus voor ons viel deze week alleen de woensdag uit.”
Voor Bakker is de lol van het ondernemen in de horecasector er wel even af. Hij denkt terug aan de tijd voor corona. „Dan was december een drukke maand waarin we iedere dag wel bedrijfsfeesten of familiedagen hadden. Nu is daar niets meer van over. De afgelopen twee jaar voelde net als een achtbaan: het ene moment begon het weer te lopen en dan kwam er weer een nieuwe lockdown waardoor we niets te doen hadden. Al die wisselingen levert heel veel stress en vermoeidheid op. We gaan voorlopig nog wel door met ons bedrijf, maar ik hoop wel dat we een keer met corona leren leven zodat het weer een beetje gelijkmatig wordt allemaal.”