Kerken en vredesbeweging perforeerden de Muur
Kerkelijke gemeenten en het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) hebben door hun contacten met geestverwanten in de DDR de Oost–Duitse machthebbers tegengewerkt. Zij maakten gebruik van de scheuren in het IJzeren Gordijn. Het IKV probeerde met Oost–Duitse dissidenten een transnationale beweging voor de vrede en later voor democratie en mensenrechten te vormen.
Dit schrijft drs. Beatrice de Graaf in het proefschrift ’Over de Muur. De DDR, de Nederlandse kerken en de vredesbeweging’. Zij promoveert maandag aan de Universiteit Utrecht bij de hoogleraren dr. D.A. Hellema (UU) en dr. F. Wielenga (Universität Münster). Als eerste heeft zij de archieven van de Oost–Duitse geheime dienst Stasi doorzocht op spionage jegens Nederland.
Het Oost–Duitse regime voerde vanaf 1977 een geheime campagne tegen de NAVO–bewapening. Met mantelorganisaties en financiële steun wakkerde het in Nederland de protesten tegen de NAVO aan. De DDR besteedde in die periode ruim 100.000 mark per jaar aan de West–Europese en de Nederlandse vredesbeweging.
Orthodoxe christenen, die tienduizenden bijbels naar de DDR smokkelden, de ongeveer 350 kerkelijke gemeenten die contact met een gemeente in de DDR hadden en vredesactivisten probeerden daarentegen in de DDR een bijdrage te leveren aan de ontspanning tussen Oost en West. De opvattingen van het IKV over democratie en mensenrechten gingen lijnrecht in tegen die van het DDR–regime.
De Oost–Duitse regering probeerde op haar beurt de ’schadelijke’ effecten van de ontspanning tussen Oost en West te neutraliseren. Zelfs in Nederland was de Stasi uitermate actief. De geheime dienst probeerde het IKV te infiltreren en de Nederlandse kerken tegen de vredesbeweging op te zetten. Er werden tientallen agenten ingezet, die tot in Nederland actief waren, schrijft De Graaf.