Column: Orgelspelen een veilige hobby?
Orgelspelen is een tamelijk veilige hobby. Tenminste, zo staat deze tijdsbesteding in reformatorische kring wel bekend.
Doe je je kind op orgelles, dan bespaart dat je heel wat hoofdbrekens. Want gaat je dochter saxofoon spelen, dan krijg je ook de hele wereld van de jazzmuziek erbij. En kiest je zoon voor drummen, dan mag je rekenen op de nodige bijgeleverde beats. Nee, dan orgel. Veilig, vertrouwd, met een link naar de kerk. En de muziek die erbij hoort is meestal klassiek en passend binnen de lijntjes van wat in refokring geaccepteerd is. Vooral als het jonge volk zich bezighoudt met de bewerkingen van bekende namen als Jan Zwart en Feike Asma, is de link naar de eigen geloofswereld snel gelegd. Je kunt als vader of moeder zo meezingen als ze Psalm 84 van Zwart of Psalm 138 van Asma vertolken.
Zo ben ik ook groot geworden, in die veilige sfeer van vertrouwde muziek van betrouwbare componisten als Zwart en Asma. Hun psalmbewerkingen speelde je, zoals je die van de plaat kende. En natuurlijk ook hun liedbewerkingen. Want wat is er mis met ”Een vaste Burg is onze God” of ”’k Wil U, o God, mijn dank betalen”? Dat je van een aantal bewerkingen alleen de melodie en de beginregel kende, nam je op de koop toe. ”Verlosser, Vriend, Gij Hoop en Lust”: prachtige bewerking, mooie melodie, maar welke tekst daarbij hoorde? ”Ik wens te zijn als Jezus”? Geen flauw idee.
En zo speelde je natuurlijk ook Asma’s meest bekende bewerking: ”Komt als kind’ren van het Licht”. Als je die in je vingers had, kon je uitpakken als je eens op een echt kerkorgel zat. Lieflijk begin met uitkomende stem, opwerken naar een climax, en dan het volgrepige koraal. Schitterend. Maar welk lied je eigenlijk ten gehore bracht? Ja, ”Luthersch Gezang” stond erboven. Maar verder?
Laatst ben ik eens gaan zoeken. Wat blijkt: het gaat om het tweede couplet van het gezang ”Rustloos werken vroeg en laat!” van de lutherse predikant J. A. Böhringer. Dat staat sinds het eind van de 19e eeuw in bundels van de luthersen en van de vrijzinnige Nederlandse Protestantenbond. Het lijkt ook geliefd te zijn geweest in de kring van de Vrijzinnig Christelijke Jeugd Centrale (VCJC). Het bewuste couplet luidt: „Komt, als kindren van het licht/ Aan het werk getogen!/ Vreest niet! Elke vijand zwicht/ Voor Gods alvermogen. Alles sterkt u in uw loop,/ Toekomst en verleden,/ Legt maar steeds, vol blijde hoop,/ Al uw kracht in ’t heden.” Een lied met een nogal optimistische mensvisie, zeg maar. Het zou de toets van gezangencommissies in reformatorische kring niet doorstaan. En onze orgeljeugd dat lied maar spelen…
Orgelspelen een veilige hobby? Voor je het weet galmt er vrijzinnigheid uit de boxen van de Viscount.