„Opdat men op de aarde Uw weg kenne, onder alle heidenen Uw heil…”

Psalm 67:3

Gods weg, Gods heil. Aan wie zouden we bij die woorden anders moeten denken dan aan de geboren Koning der Joden? „Ik ben de Weg”, zegt Jezus. En als Heiland maakt Hij heel wat gebroken is.

Bijzonder dat in deze psalm Gods weg en heil zo universeel geduid worden. Op de áárde wordt Gods weg gekend en onder álle heidenen Zijn heil. Jezus is gezonden tot de verloren schapen van het huis Israëls, zoals Hij Zelf zegt. Maar Hij is ook het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt.