Rechtbank beslist over horen van kroongetuige ‘zwembadmoord’
De rechtbank in Groningen beslist vrijdag op welke manier de kroongetuige in de zaak over de Groningse ‘zwembadmoord’ moet worden gehoord. Het Openbaar Ministerie stelt voor dat het via een videoverbinding gebeurt. De advocaten van de verdachten willen dat hij naar de rechtbank komt.
Op 10 juli 2012 werd Jan Elzinga (40) bij een zwembad in Marum doodgeschoten. Schutter Pascal E. en handlanger Willem P. zijn veroordeeld tot forse celstraffen. P. is in de gevangenis gaan praten met het OM. Volgens hem gaat het om een huurmoord in opdracht van de toenmalige vriendin van Elzinga, haar broer en haar moeder. Een man uit Kampen zou het vuurwapen hebben geleverd en is de vierde verdachte.
De rechtbank bepaalde in oktober dat kroongetuige P. door de rechters en de advocaten bevraagd moet worden tijdens een openbare zitting. Om hem te beschermen, wil het OM dat P. dan niet zichtbaar is. Hij zou via een videoverbinding aanwezig kunnen zijn. Dat verzoek deed de officier van justitie vrijdag tijdens een inleidende zitting. Volgens de advocaten heeft de fysieke aanwezigheid van P. een meerwaarde. „Hij is een manipulatieve persoon die goed in staat is om mensen om de tuin te leiden”, betoogde een van de raadsmannen.
Volgens de advocaten is de noodzaak er ook niet. P. is geen kroongetuige zoals in grote strafzaken met de georganiseerde misdaad, stellen ze. Bovendien kon het OM vrijdag niet aangeven of P. wordt bedreigd.
Het dossier is bijna gereed voor de inhoudelijke behandeling van de zaak, aldus het OM. De advocaten kwamen vrijdag nog wel met onderzoekswensen. Zo kunnen meerdere getuigen volgens de advocaat van de toenmalige vriendin verklaren over de activiteiten van Elzinga destijds. Mogelijk gaat het om een afrekening in de drugswereld, aldus de raadsman, want Elzinga zou bezig zijn geweest met hennephandel. Hij bespeurt een tunnelvisie bij het OM.
De rechtbank neemt vrijdagmiddag ook een beslissing over deze wensen en het voorarrest van de verdachten.