Uitstrooien van schelpgruis bij Ede pakt goed uit voor vogels
Het uitstrooien van 1.125.000 kilo aan fijngemalen schelpen over natuurgebied De Ginkel bij Ede pakt volgens ecologisch onderzoek positief uit voor de mezen en andere vogels die er leven.
Vogels in De Ginkel lijden onder de slechte staat van de natuur, die onder meer wordt veroorzaakt door verzuring en verdroging. Bij hen werd steeds vaker een gebrek aan calcium vastgesteld. Eieren komen hierdoor minder vaak uit en jongen breken al in het nest hun botten.
In 2017 zijn voederplanken met schelpgruis opgehangen. Vorig jaar november is het gebied met behulp van een helikopter grootschalig met schelpgruis bekalkt. „Door deze acties is calciumgebrek in mezennesten direct een veel zeldzamer verschijnsel geworden”, zegt ecoloog Arnold van den Burg, die de mezen en andere vogels in het gebied bestudeert.
Of het positieve effect blijvend is, moet de komende jaren blijken. Het schelpgruis verdwijnt langzaam in de bodem, waardoor het voor de mezen steeds moeilijker te vinden is.
De staat van de natuur blijft „onverminderd” zorgelijk, meent Van den Burg. Hij deed vergelijkend onderzoek in het nabijgelegen Edese Bos. „Aangenomen werd dat dit gebied, dat een andere bodem heeft, beter tegen verzuring kan dan De Ginkel. De vogelstand toont nu echter aan dat dit bos onverwachts ook zeer gevoelig is. De droogte van de voorbije jaren kan dat hebben versterkt.”
Kwetsbaar
Wethouder Jan Pieter van der Schans (natuur) van Ede is blij dat bekalking werkt en de bosvogels in De Ginkel het nu aantoonbaar beter doen. „De herstelmaatregel helpt. Tegelijkertijd blijft de natuur in onze gemeente zeer kwetsbaar. We nemen daarom ook herstelmaatregelen in het Edese Bos. Daarnaast doen we uiteraard ons best om de uitstoot van schadelijke stoffen bij de bron aan te pakken.”