‘Absolute leider’ moordorganisatie Taghi: ik zeg niets
„U mag mij overslaan, als u wil.” Dat was de reactie van Ridouan Taghi, hoofdverdachte in het grootscheepse liquidatieproces Marengo, op de vraag of hij iets wilde zeggen over zijn veronderstelde rol binnen de criminele organisatie die hij jarenlang zou hebben gerund. Het Openbaar Ministerie ziet hem als „de absolute leider” van die organisatie.
De vraag was afkomstig van de voorzitter van de rechtbank die - in de gerechtsbunker in Amsterdam-Osdorp - de zaak tegen Taghi en zestien medeverdachten behandelt. De rechtbank heeft de verschillende zaaksdossiers de afgelopen dagen besproken. Donderdag en vrijdag gaat het om de bespreking over het dossier ‘deelname criminele organisatie’. Justitie houdt de vermoedelijke bende verantwoordelijk voor onder meer zes criminele afrekeningen.
Taghi werd in december 2019 aangehouden in Dubai en vervolgens naar Nederland overgebracht. Sindsdien is hij herhaaldelijk door de politie verhoord, maar heeft hij zich steevast beroepen op zijn zwijgrecht. Het OM gaf donderdag ter zitting aan nog vele vragen aan Taghi te hebben. „Ik zal u nooit antwoord geven”, beet Taghi de officier van justitie daarop toe.
De 43-jarige Taghi was donderdag wel tijdens de zitting in conclaaf met zijn advocaat Inez Weski. In verband met de coronamaatregelen staan er schermen tussen alle verdachten en advocaten. Taghi en Weski schoven papieren heen en weer of probeerden via het scherm met elkaar te overleggen.
Overigens is Taghi in zijn consequente zwijgzaamheid geen uitzondering. Het gros van de verdachten weigert vragen te beantwoorden. Vrijdag zet de rechtbank de bespreking van het dossier over de criminele organisatie voort met een verhoor van kroongetuige Nabil B. In zijn talrijke verklaringen heeft hij uiteengezet hoe de organisatie in elkaar zat. Hij zal nadere vragen op dit punt wel gaan beantwoorden.