Kwart van Nederlanders praat moeilijk over psychische gezondheid
Een kwart van de Nederlanders heeft moeite met praten over hun psychische gezondheid. Volgens een onderzoek van I&O Research, gedeeld met de Tweede Kamer door demissionair staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid), vinden vooral jongeren en Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond dit lastig te bespreken.
Er zijn verschillende redenen waarom mensen er niet graag over praten. Er wordt een taboe ervaren, iemand wil de ander niet belasten of is bang voor onbegrip. Toch, zeggen de onderzoekers, vindt „bijna niemand” dat deze mensen zich aanstellen (2 procent). Ruim de helft kan zich goed inleven in mensen met klachten of aandoeningen, ongeveer driekwart heeft met hen te doen. Wel vindt een vijfde het moeilijk om deze klachten of aandoeningen te begrijpen. Jongeren kunnen dit makkelijker dan 65-plussers.
Als mensen praten over hun psychische gezondheid, doen ze dat vooral met vrienden (ruim 80 procent). Ongeveer twee derde van de mensen doet dit met gezinsleden. Een kleiner deel, iets meer dan de helft, bespreekt hun psychische gezondheid weleens met collega’s.
Aan het onderzoek deden 4708 Nederlanders van 15 jaar en ouder mee.