Toezichthouder: onderzoek naar frequentie aardbevingen Groningen
Het aantal aardbevingen in het Groningen-gasveld ligt hoger dan verwacht. De afwijking ligt in de meeste jaren nog binnen de onzekerheidsmarge, maar het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) vindt de ontwikkeling toch „verontrustend en reden voor nader onderzoek”.
Het aantal bevingen met een magnitude van 1,5 of hoger neemt sinds 2012 af, maar is al wel een aantal keer boven de jaarlijkse verwachting uitgekomen. In de afgelopen twee gasjaren was dat steeds het geval. En voor het lopende gasjaar, dat in oktober is begonnen, is het aantal dat door de modellen wordt voorspeld nu al bereikt.
SodM wil onderzocht hebben of de modellen moeten worden bijgesteld. Dat is nodig om de Groningers „zo goed mogelijk inzicht te geven” in hoe vaak de aarde in de toekomst blijft beven. De door de gaswinning veroorzaakte aardbevingen kunnen nog tientallen jaren aanhouden, zelfs als volgend jaar de gaskraan helemaal dicht gaat.
Inspecteur-generaal Theodor Kockelkoren benadrukt dat de bevingen niet tegen te houden zijn. „Groningers zijn als het ware overgeleverd aan wat er diep onder hun voeten gebeurt. Dat kan gevoelens van machteloosheid en hulpeloosheid geven.” Het minste dat de overheid kan doen is beter inzicht bieden in de toekomstige seismiciteit.
SodM benadrukt dat, ook omwille van de snelheid, de huidige versterkingsaanpak moet worden doorgezet. De modellen worden weliswaar ook gebruikt om te bepalen welke gebouwen veilig zijn en welke niet, maar daarbij worden volgens de toezichthouder veilige marges gehanteerd. Daardoor wordt het risico dat huizen instorten niet onderschat.