In 1970 telde 20 procent van de gezinnen nog vijf personen of meer. Vorig jaar was dit 10 procent.

Gemiddeld is het Amerikaanse gezin in deze periode gekrompen van 3,14 personen (1970) tot 2,57 personen (2003). Niet alleen worden gezinnen kleiner in omvang, ook het aantal een- en tweepersoonshuishoudens neemt toe. In 1970 was 11 procent van de jonge moeders ongetrouwd. Vorig jaar was dit 35 procent.

Deze cijfers zijn voor een deel te verklaren door het feit dat Amerikanen tegenwoordig later trouwen. De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen trouwen is gestegen van 20,8 in 1970 tot 32,2 in 2003. Voor mannen is de trouwleeftijd gestegen van 25,3 tot 27,1. Belangrijke redenen om later te trouwen zijn opleiding en vervolgens de wens om eerst een solide begin te maken met de carrière.

Tweepersoonshuishoudens bestaan voornamelijk uit een moeder plus een kind. Vaders die alleen voor hun kind zorgen, vormen een kleine minderheid. Een belangrijke overweging om gezinnen tegenwoordig klein te houden vormen de hoge kosten van het onderwijs. „Wij kennen hier geen kinderbijslag zoals in Europese landen. Je moet in de VS dus al een fors salaris verdienen, wil je drie of vier kinderen een goede opleiding kunnen garanderen”, aldus Barbara Whitehead, plaatsvervangend directeur van het National Marriage Project van de Rutgers Universiteit in Camden (New Jersey).