Als gevolg van de nalatigheid stroomde meer dan 100.000 liter ruwe olie de zee in, stellen de federale aanklagers. De autoriteiten verwijten de bedrijven dat ze niet tijdig genoeg te hebben gereageerd op waarschuwingen. Zo zouden veiligheidssystemen gedurende een periode van 13 uur zeker acht keer hebben gewaarschuwd voor een olielek. In plaats van de pijpleiding na de alarmeringen af te sluiten, werd de olietoevoer opnieuw opgestart.

Meerdere stranden langs de Zuid-Californische kust raakten vervuild door de olie. De visserij in het gebied moest daardoor worden gestaakt. De dikke, kleverige brandstof trof zeehonden, dolfijnen en walvissen die in het gebied leven.

De precieze oorzaak van de lekkage blijft onduidelijk. De Amerikaanse kustwacht stelde eerder een onderzoek in naar een containerschip, omdat werd vermoed dat een grote scheur was ontstaan nadat het anker van het schip de pijpleiding zou hebben meegesleurd.