Nieuwe bewindslieden moeten vakantiewoning in buitenland melden
Toekomstige bewindspersonen moeten voortaan ook aangeven of zij onroerend goed in het buitenland bezitten voor privédoeleinden, zoals een vakantiewoning. Als zij die later in hun bezit krijgen tijdens hun ambtsperiode, moeten zij dat ook direct melden aan de Tweede Kamer. Demissionair premier Mark Rutte schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat hij hiermee tegemoetkomt aan een motie van D66 die de Tweede Kamer in oktober aannam.
De Kamer wil dat er meer transparantie komt in de zakelijke belangen van bewindslieden om het risico op belangenverstrengeling te voorkomen. Onlangs kwam CDA-minister Wopke Hoekstra in opspraak vanwege investeringen die hij eerder had gedaan in een bedrijf via de Britse Maagdeneilanden, een belastingparadijs. Hij had die wel afgestoten toen hij minister werd, maar had ze nog wel toen hij voor die tijd senator was.
Rutte zal binnenkort als formateur gesprekken voeren met beoogde ministers en staatssecretarissen voor zijn vierde kabinet. Zoals gebruikelijk bespreekt de formateur daarin de zakelijke en financiële belangen van de kandidaten. Het is en blijft een verplichting voor de nieuwe bewindspersonen om in dat gesprek te melden als die belangen boven een bedrag van 25.000 euro uitkomen en aan te geven hoe zij die op afstand hebben geplaatst.
De minister-president zal daarna de Tweede Kamer informeren over de belangen en de manier waarop een voorziening is getroffen om die op afstand te zetten. Dat gebeurt op hoofdlijnen, schrijft Rutte. De Kamer wilde ook de namen van bedrijven weten waarin de bewindslieden een aanmerkelijk belang hebben gehad, maar volgens de premier „is het niet zeker of dit in alle gevallen mogelijk is”. De betrokkenen mogen dit zelf wegen, aldus Rutte.