Rutte III regeert door „tot z’n laatste dag”
Behoedzaam geeft minister De Jonge een doorkijkje naar het langetermijnbeleid inzake corona. Of híj dat ook gaat uitvoeren? „Rennend” geeft dit kabinet, aldus Rutte, „het stokje door aan het volgende.”
Vele tientallen coronapersconferenties gaven premier Rutte en minister De Jonge (VWS) de achterliggende anderhalf jaar. Die gingen, logischerwijs, grotendeels over acties op de korte termijn. Gaan de scholen wel of niet dicht? Hoe vordert de vaccinatiecampagne? Is er genoeg ic-capaciteit? Aan het presenteren van een aanpak voor de lange termijn leken Rutte en de zijnen maar niet toe te komen.
Toch is de regering daar wel degelijk mee bezig, onderstreepten de bewindslieden op hun laatstgehouden persconferentie, dinsdagavond. Zo wordt nagedacht over een vijftal mogelijke scenario’s. De Jonge: „Meest realistisch is het scenario dat het virus lang onder ons blijft en telkens, bij vlagen, weer opleeft.”
Een vraag die bij het nadenken over toekomstige virusbestrijding steeds opdoemt: heeft Nederland wel genoeg ic-capaciteit? Ja, denkt De Jonge. „Iets meer ic-ruimte zorgt er slechts voor dat je maatregelen ter bestrijding van corona iets later kunt nemen dan je ze anders genomen zou hebben. Het geeft soms een paar dagen tijdwinst, meer niet.”
Waar de minister wel verbetermogelijkheden ziet, is in „een ander type organisatie” van de zorg. „Een waarbij je bij het opschalen van coronazorg niet onmiddellijk ook veel andere zorg moet afschalen, in alle ziekenhuizen.”
Geconcentreerd
Een „speciale expertgroep” gaat het ministerie adviseren over de vraag of covidzorg in elke regio niet beter in één ziekenhuis geconcentreerd kan worden. Daarover starten gesprekken met de regio’s om, „liefst al voor de tweede helft van deze winter”, te gaan bedenken „hoe dat eruit zou kunnen zien.”
Covid19 blijft onder ons, zo is de verwachting. En politiek en samenleving moeten hun uiterste best doen de ziekte hanteerbaar te houden. Daarom moet er in de nabije toekomst „meer orde, rust en regelmaat komen in de besluitvormingssystematiek”, vindt De Jonge.
„Als je die te kort-cyclisch maakt, met een Kamer die de behoefte voelt bij elk besluitvormingsmoment ook een debat te organiseren, dan vergt dat een enorme intensiteit van het departement van VWS, van de NCTV, van het RIVM en van alle departementen. Die intensiteit is nu veel te groot”, stelt de minister. „We moeten toe naar een besluitvormingscyclus van bijvoorbeeld zes weken, zoals Duitsland dat doet. Zodat er in het politieke debat weer ruimte komt voor alle andere prachtige onderwerpen die op het beleidsterrein van VWS óók van belang zijn.”
Stapsgewijs zal het kabinet de Kamer de komende maanden per brief informeren over het beoogde langetermijnbeleid inzake corona, stellen de bewindslieden.
Mooi, maar wie gaat die brieven eigenlijk sturen? Staat De Jonge daar in de tweede helft van januari nog als VWS-minister? Op die vraag geeft hij in deze persconferentie, één dag voor VVD, D66, CDA en ChristenUnie hun coalitieakkoord (getiteld ”Omzien naar elkaar en vooruitkijken naar de toekomst”) presenteren, geen antwoord. „Daar zult u echt nog even geduld voor moeten hebben.”
Estafettestokje
Een risico dat het aantreden van de volgende ministersploegvoor discontinuïteit gaat zorgen in het coronabeleid en dat nieuwe bewindslieden het plots heel anders gaan doen, is er niet, meent Rutte. „We zullen er alles aan doen geen gaten te laten vallen. Iedereen ziet het belang om op dit thema geen politiek te bedrijven en te zorgen dat er tempo blijft in de besluitvorming.” Anders gezegd en met Ruttiaanse beeldspraak: „Dit kabinet regeert tot zijn laatste dag en zal, hardlopend, het estafettestokje doorgeven aan het volgende.”