Walkate: de man die arbeiders liet sparen
Bankier Frans Walkate (1866-1943) wist arbeiders aan het sparen te krijgen. „Dat was zinvol, want veel gezinnen gingen ten onder aan drankmisbruik van de man des huizes.” Zijn leven en nalatenschap zijn eindelijk opgetekend in een biografie.
„De persoon zelf is me een raadsel gebleven, maar zijn immateriële nalatenschap leeft voort in Kampen: het historisch archief.” Een vernieuwer in het bankwezen, noemt historicus Geraart Westerink de bankier Frans Walkate, die ondanks zijn grote invloed geen landelijke bekendheid is geworden.
Frans Walkate stond in 1906 aan de wieg van de Nederlandse Spaarbankbond, een in die tijd nieuwe, overkoepelende vorm van samenwerking tussen banken. Walkate was drie jaar eerder toegetreden tot het bestuur van de Nutsspaarbank Kampen. Nutsspaarbanken kwamen voort uit de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Het doel was arbeiders te verheffen door hun te leren sparen in een tijd waarin sociale verzekeringen nog niet bestonden. „Als arbeiders werkloos of ziek werden, zaten ze meteen in grote problemen. Ze waren op de kerk aangewezen.”
Kampen was in die tijd een echte arbeidersstad. Zo bood de Berkfabriek, die zich eind 19e eeuw buiten de stad vestigde in wat later de volkswijk Brunnepe werd, in 1913 werk aan 700 arbeiders. En die kregen doorgaans wekelijks hun loon contant uitbetaald. Walkate zette onder meer een ‘ophaaldienst’ in: wekelijks werden 1900 gezinnen bezocht om het spaargeld op te halen. „Dit om te voorkomen dat het geld naar het café ging. Veel gezinnen gingen ten onder aan drankmisbruik.”
Stabiele rente
Dat zo veel arbeidersgezinnen hun geld toevertrouwden aan de Nutsspaarbank Kampen had vooral te maken met de stabiliteit van de bank. „Deze hechtte sterk aan een stabiele rente, die ongeacht wat er gebeurde redelijk constant bleef. De bank had een goede financiële positie en nam niet te veel risico’s. Bovendien straalden de notabelen die in het bestuur zaten, vertrouwen uit. Ging het mis met de bank, dan was ook hun reputatie naar de knoppen.”
De afhaaldienst was een onrendabel fenomeen, maar op de lange termijn een slimme zet, zegt Westerink. „Als je als kind al goede ervaringen hebt met de Nutsspaarbank, blijf je daar tot je dood. In de tussentijd gingen andere banken in de stad failliet, maar de Nutsspaarbank bleef.”
Uitbuiting
Vernieuwer Walkate stond in Kampen aan de wieg van de sociale woningbouw. Arbeiders waren in die tijd slecht behuisd. Hun woningen werden veelal door particulieren verhuurd. Er was veel sprake van uitbuiting, zegt Westerink. In 1905 begon de bouw van vijftig arbeiderswoningen in de nog altijd bestaande Spaarbankstraat in de wijk Brunnepe. De betaalbare en goede huizen trokken veel belangstelling, maar achteraf had de bank de problemen rond onder meer de inning van de huur onderschat. Het project trok wel landelijk de aandacht en leidde tot de oprichting van de plaatselijke woning bouwvereniging Eenvoud. „Walkate gaf zo de aanzet tot de bouw van goede en betaalbare woningen voor arbeiders in de stad.” De Nutsspaarbank Kampen groeide ondertussen als kool en vestigde zich ook in Zwartsluis, Harderwijk, Heerde en op Urk.
Tegeltableaus
Vijf jaar werkte de historicus aan ”Bankier in maatschappelijk nut”. Behalve de bankier staat in het boek ook diens nalatenschap centraal: het huidige SNS Historisch Centrum met een imposante foto- en kunstcollectie, en het bankgebouw uit 1930. Nu een verre van saai gebouw uit de Amsterdamse School, al werd het pand toen vooral gezien als degelijk. „Wel was er in die tijd veel meer aandacht voor de aankleding”, verwijst Westerink naar onder meer het glas in lood, beeldhouwwerk en monumentale tegeltableaus. Walkate zorgde voor meer privacy voor de klanten van de bank, wat ook vertrouwen wekte. „Bovendien wilde hij het veiliger: het hele pand is om drie immense kluizen heen gebouwd. Als een bank eruitziet alsof hij voor de eeuwigheid gebouwd is, krijgt de spaarder het idee dat zijn geld in veilige handen is.”