Weg uit kapotgeschoten dorp in Oost-Oekraïne
Daar zitten ze dan. Ik ontmoet deze vrouwen ergens in een dorpshuis in het oosten van Oekraïne. Ze wachten op papieren voor hun vluchtelingenstatus. Vanaf nu zijn ze namelijk officieel ”intern ontheemd”, zoals de mensen worden beschouwd die zich vanuit de provincie Donbas uit de voeten moeten maken voor het oorlogsgeweld.
De huizen van deze vrouwen zijn verwoest. Afgelopen maand, tijdens twee verschrikkelijke novembernachten, werden negen woningen met de grond gelijk gemaakt en 25 beschadigd. Een van de vrouwen, de 68-jarige Ljoedmila, vertelt me hoe ze na de klap op de tast op zoek was gegaan naar een uitweg uit het puin. Elektriciteit was er niet, dus het was aardedonker. Buiten vroor het, en ze had alleen haar pyjama aan.
Nevelske ligt aan de ruim 400 kilometer lange frontlinie die de Donbas in tweeën klieft. Al acht jaar wordt er flink geschoten in het gebied, tussen door Rusland gesteunde gewapende milities en het Oekraïense leger. Bij de strijd vielen tot nu toe zo’n 14.000 doden – niet alleen militairen maar ook burgers. Dat er niemand om het leven kwam in Nevelske, dat door het Oekraïense leger wordt gecontroleerd, mag een wonder heten.
Dat het ze kon overkomen, wisten ze maar al te goed. Weliswaar is het de afgelopen jaren rustiger dan in 2014, het schieten is echter nooit gestopt. Er waren dagen dat de mortiergranaten continu over het dorp vlogen. Een paar jaar geleden werd een deel van het dorp verwoest, maar ook weer opgebouwd. Aan vertrekken dachten ze niet. Waar zouden ze heen moeten? Het ontbrak hen aan financiële middelen om een ander onderkomen te huren.
Daarbij, ze wílden niet weg. Juist omdat Nevelske zo geïsoleerd was, waren de bewoners naar elkaar toegegroeid. Ze kenden elkaar, ze schuilden bij elkaar, huilden met elkaar. Ze voelden zich thuis, in hun gehucht naast de oude kolchoz, waar ze hun kinderen hadden grootgebracht. Ook al lagen de militairen even verderop in de loopgraven, en wemelde het rond hun dorp van tanks en pantserwagens, ze hadden altijd gehoopt dat het geweld aan hen voorbij zou gaan.
Nu moesten ze wel weg. De evacuatie, enkele dagen na het bombardement, gebeurde met paardenkarren, motoren met zijspan en tractoren. De vrouwen bivakkeren nu in andere verlaten huizen, nog steeds vlakbij het front. Gecompenseerd worden de vrouwen niet, omdat de Oekraïense overheid pas een toelage verstrekt als je huis geheel is verwoest. Vanaf nu zijn deze vrouwen dus afhankelijk van lokale en buitenlandse hulporganisaties, ook voor zaken als eten en verwarming.
In de media wemelt het van speculaties over een Russische invasie in Oekraïne. Wat we vergeten is dat het gewapende conflict al jaren gaande is, en dat oorlog voor honderdduizenden mensen een dagelijkse, bittere realiteit is.