Volgens justitie vuurde A. met een semiautomatisch wapen 29 kogels af op het ambassadegebouw aan de Koninginnegracht. Op een van de hulzen is DNA van A. gevonden. Ook vond de politie schotresten op zijn jas en trui. De officier sprak van „ongekend geweld”, waarbij de ambassade van boven tot onderen onder vuur is genomen: „Het is een daad rechtstreeks gericht tegen een andere staat.”

De rechtbank in Den Haag toonde dinsdag bewakingsbeelden van de beschieting op 12 november vorig jaar, de 40e verjaardag van de verdachte. De man uit Zoetermeer ontkent dat hij op de beelden staat. Wel erkent hij dat hij problemen had met de ambassade, omdat die hem geen reisdocumenten verstrekte. A. kreeg al eerder een geldboete voor het bekladden van het gebouw. Volgens justitie wilde A. de ambassade zo dwingen hem tot Saudi-Arabië toe te laten en ging hij steeds verder toen hij zijn zin niet kreeg.

De man uit Zoetermeer handelde volgens het Openbaar Ministerie met terroristisch oogmerk. Het OM verdenkt A. naast de beschieting van een poging tot moord op de bewaker van het gebouw, die vreesde voor zijn leven tijdens de beschieting. Hij bevond zich in een ruimte waar de kogels insloegen. „Dat de bewaker niet zijn leven is verloren is vooral geluk”, aldus de officier.

De psycholoog en de psychiater van het Pieter Baan Centrum constateerden een psychotische stoornis bij A. Hij lijdt aan „grootheidswaanzin met een religieuze kleuring”. A. zou deels hebben gehandeld onder invloed van de waanstoornis. Hij heeft een complexe psychiatrische problematiek, wat de kans op herhaling groot maakt.

Advocaat Peter Plasman pleitte voor vrijspraak voor de terroristische motieven die A. zou hebben. Voor terrorisme moet de dader de opzet hebben de bevolking ernstige vrees aan te jagen en daar is in deze zaak geen sprake van, zegt Plasman. Als A. de schutter is geweest, dan schoot hij volgens Plasman omdat hij psychotisch ontregeld was. „Het was gewoon grote boosheid en woede. Dat is geen terroristisch motief.”

De rechtbank doet vervroegd uitspraak op 24 december.