De definitieve uitspraak is een meevaller voor Sliedrecht. De Raad van State wees alsnog alle bezwaren van omliggende bedrijven tegen het kantoor van tafel. Die bedrijven zien de bouw als het begin van het einde van de ’zware’ industrie op het terrein Kerkerak.

De bedrijven vrezen dat ze in de toekomst op het gebied van de milieueisen steeds verder in een hoek worden gedreven, zodat ze uiteindelijk gedwongen zullen worden te vertrekken. Kantoren moet immers meer tegen milieuoverlast worden beschermd dan fabrieken.

De Raad van State stelt echter vast dat het kantoor geen onaanvaardbare beperkingen aan de omliggende bedrijven oplegt. Ook het feit dat het gebouw 8 centimeter te dicht bij de erfgrens is gebouwd, vindt het rechtscollege geen reden om de bouwvergunning ongeldig te verklaren.

Eerder ontkende de gemeente met klem dat Sliedrecht het gemeentekantoor als breekijzer gaat gebruiken om de zwaardere industriële bedrijven een voor een te vervangen door ’milieuvriendelijkere’ kantorenbedrijven.