Economie Amsterdam kromp vorig jaar meer dan in rest van het land
De economie van Amsterdam en de regio daaromheen is vorig jaar een stuk harder geraakt door de coronacrisis dan de rest van Nederland. De Metropoolregio Amsterdam (MRA) meldt dat de economie van de regio met 7,1 procent bijna twee keer zoveel kromp als de Nederlandse economie als geheel (3,8 procent).
De Metropoolregio Amsterdam omvat de zeven deelregio’s Zaanstreek-Waterland, IJmond, Zuid-Kennemerland, Amstelland-Meerlanden, Gooi en Vechtstreek, Almere-Lelystad en Amsterdam. De regio’s werden extra hard geraakt door de coronamaatregelen, omdat toerisme en recreatie, cultuur, horeca, de reisbranche en luchtvaart er ruim vertegenwoordigd zijn, zo blijkt uit het rapport Economische Verkenningen dat vrijdag werd gepubliceerd.
De verwachting is dat het bruto binnenlands product (bbp) van de Amsterdamse regio in de tweede helft van volgend jaar weer op het niveau zal zijn van voor de uitbraak van de coronacrisis. Volgens de MRA veert de regio met 4,1 procent wel „iets krachtiger terug” dan de verwachte groei van de Nederlandse economie (3,9 procent). Toch zal dat herstel kwetsbaar blijven „door de onzekere ontwikkeling van de coronapandemie”.
Door de overheidssteun bleven de gevolgen van de coronacrisis voor de werkgelegenheid beperkt, meldt de MRA. Zo is de krapte op de arbeidsmarkt die al voor de crisis zichtbaar was, „sneller dan verwacht” teruggekeerd.
Volgens wethouder Victor Everhardt (economische zaken) zullen „de gevolgen van de coronacrisis, waar we nog middenin zitten, nog langere tijd zichtbaar zijn”. „We moeten nu samen met elkaar in de regio en met het Rijk investeren in verder sociaaleconomisch herstel. De komende jaren staan de energietransitie, een betere werking van de arbeidsmarkt én woningmarkt, bereikbaarheid en kansengelijkheid voor alle inwoners in de regio centraal.”