Aantal boosterprikken stijgt naar zo’n 730.000
Ongeveer 730.000 mensen in Nederland hebben tot en met woensdag een boosterprik gekregen tegen het coronavirus. Dat zijn er ruim 150.000 meer dan de stand tot en met zondag. Het ministerie van Volksgezondheid heeft de cijfers donderdag verwerkt en op het coronadashboard gepubliceerd.
De GGD’en zijn goed voor bijna 400.000 boosterprikken. Dit zijn vooral mobiele ouderen en mensen die in bijvoorbeeld verpleeghuizen werken. Daarnaast hebben ongeveer 333.000 mensen een oppepprik gekregen in een instelling of ziekenhuis. Bij de instellingen gaat het bijvoorbeeld om verpleeghuisbewoners of mensen met het syndroom van Down. Ziekenhuizen vaccineren hun eigen artsen en verpleegkundigen, huisartsen en ambulancepersoneel.
Daarnaast hebben inmiddels 121.538 mensen een aanvullende prik gekregen. Dat zijn er 2500 meer dan tot aan afgelopen zondag. Deze mensen hebben een afweerstoornis, waardoor de eerste twee prikken bij hen mogelijk niet genoeg bescherming geven.
In totaal hebben nu ongeveer 850.000 mensen een boosterprik of een aanvullende prik gehad, becijfert het ministerie. Dat komt neer op bijna 5 procent van de volwassenen. Die cijfers worden doorgegeven aan de Europese gezondheidsdienst ECDC. Die organisatie houdt een Europese lijst bij.
Nederland staat momenteel niet langer laatste op die ranglijst, maar een-na-laatste, voor Bulgarije. Met de nieuwe cijfers erbij worden mogelijk Roemenië en Liechtenstein gepasseerd en komt Letland in het vizier.