De strijd om het Elysée woedt op rechts
Wie gaat het in de tweede verkiezingsronde in april 2022 opnemen tegen de zittende president Emmanuel Macron? Dat is de belangrijkste vraag nu alle hoofdrolspelers in de Franse verkiezingsstrijd bekend zijn. Duidelijk is dat de strijd zich afspeelt op rechts.
Macron? „Dat is een tiener die op zoek is naar zichzelf”, schamperde presidentskandidaat Eric Zemmour deze week op de Franse zender BMFTV. „Hij is de grote leegte.” Zemmour deed daarmee zijn tirade tegen de president bij de aftrap van zijn beweging La Reconquête zondag nog eens dunnetjes over. „Vind voor mij een persoon die me het gedachtegoed van Emmanuel Macron uit de doeken kan doen”, daagde hij zijn publiek toen uit. „Dat kan niemand, zelfs hij zelf niet. Niemand weet wie hij is, want hij is niemand.” Applaus in de zaal volgt.
„We zijn niet langer verrast door Eric Zemmour”, reageerde een regeringswoordvoerder dinsdag afgemeten. Hij voegde eraan toe dat de uitbarstingen wellicht verband houden met het feit dat Macron een totaal tegengestelde koers belichaamt dan Zemmour.
Maar ook de kandidaat die de conservatieve partij Les Républicains afgelopen weekend naar voren schoof, Valérie Pécresse, nam Macron stevig op de korrel. „De enige obsessie van Emmanuel Macron is om te behagen”, zei ze. „Mijn enige obsessie is actie!” Haar team had al beloofd dat Pécresse „de nachtmerrie” van Macron gaat worden.
De uitbarstingen richting de zittende president onderstrepen vooral zijn stevige positie in de aanloop naar de verkiezingen. In de eerste ronde kan hij volgens peilingen rekenen op een kwart van de stemmen, op afstand gevolgd door de nummer twee. Hoe het uitpakt in de tweede ronde hangt af van zijn tegenstrever, maar ook daar noteren de kiezersonderzoeken steevast winst voor hem. Een peiling deze week van bureau Ifop geeft Macron 56 procent tegenover Marine Le Pen van het uiterst-rechtse Rassemblement National, 63 procent tegenover Zemmour en 52 procent tegenover Pécresse.Vrouwelijke Macron?
Duidelijk is dat linkse partijen sowieso geen enkele kans maken om tot de tweede ronde door te dringen en dat de marges met Pécresse vooralsnog het kleinst zijn. „Ik ben de enige die Macron kan verslaan”, zegt ze zelf. Dat komt wellicht juist doordat ze het dichtst bij hem staat. „Van alle tegenstanders (van Macron, MW) is Valérie Pécresse degene die het meest op hem lijkt”, analyseerde de Franse krant Le Monde deze week. Daardoor kan ze in de tweede ronde kiezers afsnoepen van Macron. Zeker op economisch vlak zit er weinig licht tussen de twee.
De verwantschap leverde Pécresse her en der al de bijnaam de „vrouwelijke Macron” op. Zelf meet ze zich liever met de net afgezwaaide Duitse bondskanselier Angela Merkel en de voormalige Britse premier Margaret Thatcher. „Ik ben twee derde Merkel en een derde Thatcher”, typeerde ze zichzelf. Pécresse wil ermee duidelijk maken dat ze een sociaal beleid wil paren aan daadkracht en het streven naar een kleine overheid.
Op het gebied van migratie neemt ze afstand van uiterst-rechtse ideeën als een migratiestop, maar roept ze wel op tot strengere controles op wie er binnenkomt en quota. Gezinshereniging wil ze bovendien aan strengere voorwaarden onderwerpen.
Een eerste uitdaging voor Pécresse wordt intussen haar eigen partij bij elkaar te houden. Ze nam het bij de interne partijverkiezingen op tegen Eric Ciotti, die de rechtse vleugel binnen Les Républicains vertegenwoordigt. Ze won met meer dan 60 procent van de stemmen, maar dat betekent alsnog dat bijna 40 procent het liefst een flinke ruk naar rechts zou zien.
Ontbinding
Een feit is dat een deel van de achterban zich inmiddels al tot Zemmour wendt. De Mouvement conservateur, die ontstond als conservatieve beweging binnen Les Républicains, sprak zondag bij monde van voorzitter Laurence Trochu bijvoorbeeld openlijke steun uit voor de uiterst-rechtse kandidaat.
In een dinsdag uitgegeven verklaring liet de beweging weten dat het sinds 2017 heeft geprobeerd „de ideologische ontbinding” van Les Républicains te stoppen, maar zonder het gewenste resultaat. De kandidatuur van Pécresse zien de conservatieven als een keuze van de partij „om een historisch onderdeel van Frans rechts te verloochenen.” Trochu zei zondag in Zemmour daarentegen een kandidaat te zien „die weer hoop geeft op een Frankrijk, ons Frankrijk, dat weer groots en trots zal zijn.”
Naast de Mouvement conservateur schaarde ook de beweging La Voie du Peuple zich onder de vleugels van Zemmour. La Voie du Peuple is een voortzetting van de Parti Chrétien-Democrate en staat onder leiding van Jean-Frédéric Poisson, telg van Les Républicains. Kandidaten van La Voie du Peuple liftten bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen vaak mee op lijsten van Les Républicains.
Zowel de Mouvement conservateur als La Voie du Peuple putten duidelijk uit een rooms-katholiek denken. Ze keren zich tegen het homohuwelijk, abortus en de openstelling van ivf-behandelingen voor homostellen. Een belangrijke motor achter de bewegingen waren de massale protesten tegen het homohuwelijk in 2013, wat leidde tot oprichting van de organisatie Manif pour tous.
In die betogingen liep overigens ook Valérie Pécresse mee, een gegeven waar linkse presidentskandidaten haar nu graag aan herinneren. Zij nuanceerde haar standpunten ten aanzien van het homohuwelijk later echter.
Katholieke stem
De vraag is of de positiebepaling van de Mouvement conservateur en La Voie du Peuple voor een bredere toenadering van rooms-katholieken tot Zemmour staat. De Franse krant La Croix constateerde vorige week in ieder geval dat een deel van het conservatieve rooms-katholieke electoraat in Zemmour „een geloofwaardig verdediger van Frankrijk en zijn katholieke erfgoed” ziet.
Zemmour zelf ziet het christendom als onderstreping van de nationale identiteit, waarbij hij met christendom expliciet doelt op conservatief katholicisme. Hij keert zich juist tegen een „modern christendom” dat zou zijn verworden tot „een dwaze machinerie om van elkaar te houden.”
Inhoudelijk kan de joodse Zemmour met tenminste cruciale onderdelen van de kerkelijke leer moeilijk uit de voeten. Toen de Franse socialistische Europarlementariër Raphaël Glucksmann Zemmour in 2018 verweet „voor de kerk, maar tegen Christus” te zijn, beaamde die dat volmondig. „Ja, natuurlijk, dat wil ik onderstrepen”, zei de polemist op zender France Inter.
Met protestanten heeft Zemmour sowieso weinig op. Hugenoten typeerde hij meermaals als „tegenstanders van Frankrijk.” Over de brede betrokkenheid van veel protestanten op vluchtelingen schamperde hij in 2020 dat ze „van de ander, de vreemdeling, hun nieuwe god maken.”