Chinese beurzen zetten opmars voort door hoop op meer steun
De Chinese aandelenbeurzen gingen donderdag voor de derde dag op rij omhoog. Beleggers bleven optimistisch over de extra steunmaatregelen die Beijing aan het begin van de week bekendmaakte. Meevallende inflatiecijfers uit China wakkerden daarbij de hoop aan op meer steun voor de op een na grootste economie ter wereld.
De producentenprijzen stegen volgens het Chinese statistiekbureau in november met 12,9 procent. Dat was meer dan de toename van 12,4 procent die analisten hadden voorzien. Ten opzichte van de stijging van 13,5 procent in oktober koelden de producentenprijzen echter wel af. De consumentenprijzen namen vorige maand met 2,3 procent toe. Dat was minder dan verwacht. Een lagere inflatie geeft de Chinese autoriteiten meer ruimte om de economie verder aan te jagen.
De beurs in Shanghai noteerde tussentijds 1,1 procent in de plus en de Hang Seng-index in Hongkong klom 1 procent. De Chinese aandelen zitten sinds het begin van de week al in de lift nadat de Chinese centrale bank liet weten dat de banken in het land minder reserves hoeven aan te houden, waardoor ze meer geld kunnen uitlenen aan bedrijven. Beijing hoopt daarmee de vertraging van het economische herstel te keren.
Ook liet het politbureau van de Communistische Partij doorschemeren de regels voor krediet aan de vastgoedsector te versoepelen. De zorgen over een mogelijk faillissement van de noodlijdende Chinese vastgoedreus Evergrande namen daardoor af. Het aandeel Evergrande won 4 procent ondanks dat het bedrijf een deadline voor rentebetalingen op een deel van zijn obligatieleningen heeft gemist. Het concern werkt echter aan een herschikking van zijn schulden.
De andere beurzen in de Aziatische regio lieten een gemengd beeld zien in afwachting van de verdere ontwikkelingen rond de Omikron-variant. De toonaangevende Nikkei in Tokio eindigde 0,5 procent in de min op 28.725,47 punten. De Kospi in Seoul dikte 0,6 procent aan en de All Ordinaries in Sydney daalde 0,3 procent.