Brit ontkent brein te zijn achter liquidatie Gerard Meesters
De voor grootschalige drugshandel veroordeelde Robert D. ontkent dat hij achter de liquidatie van de Groningse onderwijzer Gerard Meesters in 2002 zit. De 49-jarige Brit sprak woensdag bij de eerste, inleidende zitting van een „heksenjacht”.
D. was via een videoverbinding met Parijs aanwezig. Hij zit in Frankrijk een celstraf van 22 jaar uit voor het importeren van 1300 kilogram cocaïne. „Ik heb helemaal niks met de zaak te maken, het is een heksenjacht”, zei hij over de liquidatie van Meesters.
Meesters (52) werd op 28 november 2002 in de hal van zijn woning in Groningen met acht kogels om het leven gebracht. Het OM gaat uit van een afrekening. De zus van Meesters was lid van een internationaal opererende drugsbende. D. stond aan het hoofd van die organisatie, stelt het OM. Meesters is volgens de officier van justitie doodgeschoten „omdat zijn zus een partij drugs achterover zou hebben gedrukt”.
Het OM vermoedt dat D. vanuit het buitenland de opdracht gaf tot de liquidatie. De Brit Daniel S. werd veroordeeld voor het neerschieten van Meesters. Hij kreeg in 2006 een levenslange celstraf. S. was ook lid van de bende. Vier andere personen kregen eveneens gevangenisstraffen. De zaak werd in 2018 heropend.
De advocaat van D. en het OM konden woensdag onderzoekswensen indienen. Wat justitie betreft is het onderzoek afgerond en kan de zaak worden behandeld. De advocaat van D. verzocht om nog veertien getuigen te horen, onder wie de kinderen van Meesters en Britse politieambtenaren. Ook werd gevraagd om het beluisteren van alle tapgesprekken tussen S. en een Britse journalist. De rechter ging met beide verzoeken akkoord. Verder wilde de advocaat dat strafdossiers in enkele Britse en Nederlandse drugsonderzoeken bij het dossier over de liquidatie worden gevoegd. De rechter wees dit af.
Volgens de verdediging zal uit de getuigenverhoren en de afgeluisterde telefoongesprekken blijken dat D. niet de leider was van een grote drugsbende. Dat beeld is ontstaan door „onjuiste informatie van de straat”, aldus D. Het is niet bekend wanneer de zaak inhoudelijk wordt behandeld.