Binnenland

Pendelen tussen huis en thuis

Pendelen tussen twee huizen omdat je in Haarlem wethouder wil worden en je vriendin in de deelraad van Amsterdam zit. Dat is een van de consequenties van de keuze van R. P. Grondel. De Amsterdamse oud-wethouder voor GroenLinks wordt naar verwachting woensdag in Haarlem geïnstalleerd. Binnen een jaar moet hij naar die plaats zijn verhuisd.

5 April 2002 12:24Gewijzigd op 13 November 2020 23:30

Grondel maakt als eerste in Haarlem gebruik van de mogelijkheid daar wethouder te worden terwijl hij nog niet in de stad woont. Het is een van de veranderingen die zijn doorgevoerd met het duale stelsel. Voorheen moest een wethouder al in de gemeente wonen voordat hij er werd gekozen. Omdat Grondel en zijn vriendin ieder in een andere gemeente de actieve politiek ingaan, moet de een zich inschrijven in Haarlem en de ander in de hoofdstad. Ze pendelen dan tussen twee woningen.

De GroenLinkser ziet duidelijk de voordelen van het duale stelsel. „Het is een onontkoombare stap. Personen worden voor de burgers belangrijker dan de partijen. Ik zie het slechts als een tussenstap op weg naar referenda en een gekozen burgemeester”, aldus Grondel. „Mensen willen hun bestuurders op het matje kunnen roepen.”

Grondel woont momenteel nog in Amsterdam. Hij stond voor zijn partij op een onverkiesbare 24e plaats. Hij was er kandidaat-wethouder, maar het ziet ernaar uit dat de hoofdstad een college zonder GroenLinks krijgt. Hij heeft wel binding met Haarlem. „Ik heb er van mijn negende jaar tot aan mijn studie gewoond en ook familie woont er. Je moet wel een band hebben met de plaats waar je wethouder wordt. Ik had het niet gedaan als ik een aanbod uit bijvoorbeeld Twente had gekregen.” Hij zegt dat een soortgelijke trend de komende jaren zal ontstaan bij burgemeesters, die nu nog vaak uit een totaal andere omgeving komen dan waar ze worden aangesteld. „In veel gevallen zullen ze in de toekomst uit de omtrek komen. Slechts wanneer daar geen geschikte en ervaren kandidaten te vinden zijn, zullen ze alsnog van buiten de omgeving komen.”

Waarschijnlijk de allereerste die gebruikmaakte van de mogelijkheden van het duale stelsel, was de Zwijdrechtse oud-wethouder C. Boudestein. De CDA’er is sinds vorige maand wethouder van Cromstrijen. Boudestein heeft inmiddels twaalf jaar bestuurlijke ervaring, maar kende de situatie in Cromstrijen alleen uit contacten met bekenden en uit de regionale media. De nieuwe wethouder werd kort na de verkiezingen benaderd door de voorzitter van de CDA-kiesvereniging in Cromstrijen, een kennis van hem. Boudestein hapte meteen toe en werd wethouder van Financiën, Economische Zaken, Toerisme en Recreatie en Onderwijs. Die post bekleed hij voor 75 procent, zodat hij tijd houdt voor zijn bedrijf.

De CDA’er vindt het geen belemmering dat hij van buiten komt. „Het is wel van belang dat je weet wat er speelt in de gemeente. Je moet je goed verdiepen in de plaatselijke problematiek.” Een duidelijk voorbeeld vindt Boudestein de komst van een nieuwe burgemeester in een gemeente. „Op enkele gevallen na slaagt die persoon.”

De wethouder vindt de omschakeling naar het duale stelsel een verstandige zaak. „De burgers zien het college van B en W als een instantie die de beslissingen neemt. Nu dat college losstaat van de gemeenteraad, is het voor de burgers duidelijker wie er bestuurt.”

Het dualisme betekent overigens niet alleen dat een partij iemand van buiten de raad of uit een andere gemeente als wethouder naar voren kan schuiven, maar ook dat een persoon van buiten de eigen partij als wethouder kan gaan fungeren. In Tilburg leek het er even op dat dat ook daadwerkelijk zou gebeuren. De Tilburgse Ouderen Partij (TOP) kon geen geschikte kandidaat vinden voor een fulltime baan als wethouder en schoof de CDA’er M. Dahlhaus naar voren, een goede bekende van de leden van de partij. Dahlhaus had er wel oren naar, maar hij kwam uiteindelijk niet in het college omdat TOP met de andere partijen een voor hen onoverkomelijk verschil van mening had over een essentieel punt uit het partijprogramma van TOP. De partijen besloten daarom zonder TOP een college te vormen.

Fractievoorzitter P. A. Schoenmakers van de ouderenpartij heeft er geen enkele moeite mee dat iemand met een andere achtergrond haar partij in het college zou vertegenwoordigen. „De achtergrond van een persoon doet er niet toe. De bekwaamheid telt en hij moet naar het partijprogramma handelen. Ik heb ook niets tegen een wethouder die partijloos is”, aldus Schoenmakers.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer