Patiëntenfederatie wil voorrang boosterprik kwetsbare 60-minners
De Patiëntenfederatie wil dat kwetsbare mensen van jonger dan zestig jaar voorrang krijgen in de boosterprikcampagne. De federatie heeft zaterdag Tweede Kamerleden benaderd met die oproep.
„De tijd dringt voor 60-minners met een kwetsbare gezondheid”, aldus bestuurder van de federatie Dianda Veldman in een Whatsapp-bericht aan Kamerleden. Ze wijst erop dat jonge mensen met een kwetsbare gezondheid in een eerder stadium van de vaccinatiecampagne wel voorrang kregen. „Iemand van 25 jaar met een ernstige spierziekte zoals Duchenne kreeg de eerste vaccinatie in maart 2021 en de tweede rond april”, schrijft Veldman. Leeftijdsgenoten konden hun prik pas in de zomer krijgen.
Maar in de boosterprikcampagne krijgen jongere mensen met een kwetsbare gezondheid geen voorrang. Mensen onder de zestig komen vanaf januari aan de beurt voor een boosterprik. Zij worden dan geprikt van oud naar jong. Voor iemand van 25 met een kwetsbare gezondheid kan het dus zijn dat er veel meer dan zes maanden tussen de laatste prik en de boosterprik zit. „Terwijl hun kans om met corona op de intensive care te komen levensgroot is”, stelt Veldman. Volgens haar zijn er zo’n 10.000 heel kwetsbare mensen onder de zestig.
De Gezondheidsraad adviseerde om mensen met een ernstige afweerstoornis een derde coronaprik te geven. Dat is iets anders dan een boosterprik. Zo’n derde prik is bedoeld voor mensen bij wie de eerste twee prikken niet genoeg hebben gedaan voor hun immuunsysteem. De boosterprik is bedoeld om de afweer van mensen die hun coronavaccinatie zes maanden of langer geleden hebben gehad weer op te krikken. De werking van het vaccin kan na verloop van tijd namelijk afnemen.
De Gezondheidsraad adviseerde onlangs om alle volwassenen met het downsyndroom een boosterprik te geven. Over andere mensen onder de 60 jaar schreef de raad in een later advies: „De raad ziet geen aanleiding in de volgorde rekening te houden met mensen die al een andere aandoening hebben. Er zijn geen gegevens die erop wijzen dat de werking van de vaccins minder goed is bij bepaalde groepen.”