Centrum voor Israëlstudies start Mattheüsproject
Het interkerkelijke Centrum voor Israëlstudies (CIS) start volgende week vrijdag het Mattheüsproject, waarbij een joodse en een christelijke theoloog om de week een gedeelte uit het Mattheüsevangelie uitleggen.
Het Centrum voor Israëlstudies is een samenwerkingsverband tussen de christelijke gereformeerde deputaten Kerk en Israël, de zendingsorganisatie GZB binnen de Protestantse Kerk in Nederland en de Christelijke Hogeschool Ede
Het Mattheüsproject wil christenen bewust maken van de Joodse achtergrond van het Nieuwe Testament, schrijft het CIS. „De auteurs van het Nieuwe Testament waren joden, opgegroeid in de joodse traditie en hun leef- en denkwereld werd door die joodse context gestempeld. Hetzelfde geldt voor de Heere Jezus. Ook Zijn woorden hebben in het Israël van die dagen hun ijkpunt. Veel christenen zijn zich hier vaak nauwelijks van bewust.”
Belangstellenden kunnen zich aanmelden bij het CIS en ontvangen vanaf 10 december twee jaar lang (gratis) om de week (behalve gedurende de zomervakantie) een e-mail met daarin uitleg van een gedeelte uit het Mattheüsevangelie door een Joodse en een christelijke theoloog.
In de commentaren beschrijft de joodse auteur vooral de joodse achtergronden van het Bijbelgedeelte. De christelijke auteur gaat ook na in hoeverre de joodse achtergrond in de christelijke uitlegtraditie is gehonoreerd.
Aan het project werken vijf orthodox-joodse theologen en vijf christelijke theologen mee. Primaire doelgroep vormen geïnteresseerde gemeenteleden, predikanten en theologiestudenten. De auteurs en de redactie voorzien de stukjes uitleg van een aantal gespreksvragen. De stukjes Bijbelcommentaar zijn hierdoor volgens het CIS ook geschikt als materiaal voor een gespreksgroep of studiekring.
Coördinator van het project is drs. Albert Groothedde. Hij woont sinds 2018 met zijn gezin in Jeruzalem en is werkzaam voor het CIS.
Vorig jaar oktober organiseerde het CIS een soortgelijk initiatief, het Parasjaproject. Daarbij legden rabbijnen en andere joodse geleerden een jaar lang elke week een parasjalezing uit voor christelijk publiek. De Thora is in 54 ”parasjot” verdeeld, zodat orthodoxe joden in een jaar de hele Thora uitlezen.