College: nog onnodig veel problemen bij aanvraag hulpmiddelen
Mensen met een beperking ervaren nog steeds onnodig veel problemen bij het aanvragen van hulpmiddelen. Het gaat dan om ingewikkelde procedures, te weinig maatwerk of het telkens weer moeten bewijzen dat je echt een beperking hebt. Dat staat in de monitorrapportage van het College voor de Rechten van de Mens. Het komt voor dat mensen door al die problemen soms letterlijk niet meer de straat op kunnen, stelt het college.
Het college houdt onder meer toezicht op de uitvoering van het VN-verdrag handicap. Daarin staat dat de overheid moet zorgen dat mensen met een beperking net als iedereen kunnen meedoen in de samenleving. Het recht om zo zelfstandig mogelijk van A naar B te kunnen is een belangrijk onderdeel, en daar hebben sommige mensen een hulpmiddel voor nodig, zoals een rolstoel, hoortoestel of hulphond. Maar in de aanvraagprocedure zijn er veel obstakels. Ingewikkelde procedures, van kastje-naar-de-muur gestuurd worden en steeds weer je beperking moeten bewijzen. Ook zijn hulpmiddelen vaak niet mee te nemen naar een andere gemeente en worden ze vaak niet op de persoon afgestemd.
Volgens het college heeft de overheid wel stappen gezet, maar moet ze nu ook verder gaan en wetgeving en beleid aanpassen. Er zou bijvoorbeeld een centraal punt moeten komen om een aanvraag in te dienen. Mensen met een beperking moeten betrokken worden bij het afsluiten van contracten met leveranciers, is ook een aanbeveling.
Jacobine Geel, voorzitter van het College: „De hulpvraag van mensen met een beperking moet altijd centraal staan. De processen moeten hier dan ook op ingesteld worden. Uiteindelijk moet het voor iedereen die een hulpmiddel nodig heeft een merkbare verbetering zijn.”
Het college publiceert elk jaar deze rapportage, op de Internationale Dag voor Mensen met een Beperking.