Duurste parkeervergunning van het land in centrum Amsterdam
Autobezitters die wonen in de oude binnenstad en de Plantagebuurt van Amsterdam moeten in Nederland het meest betalen voor hun parkeervergunning. Dat meldt het datajournalistiek persbureau LocalFocus, dat hiervoor informatie over parkeertarieven van alle gemeenten op een rij heeft gezet. Niet alleen tussen, maar ook binnen gemeenten bestaan grote verschillen in prijzen van parkeervergunningen.
Bewoners in de duurste straten van Amsterdam moeten jaarlijks 568 euro betalen om hun auto kwijt te kunnen. Dat is veel meer dan de 442 euro die moet worden betaald voor de op een na duurste buurt van het land, het centrum van Utrecht.
Hierbij is telkens alleen gekeken naar de vergunningskosten van een eerste auto, exclusief eventuele leges of administratieve kosten. Parkeerontheffingen zijn bovendien niet meegenomen.
Ook buiten de Randstad moeten mensen soms veel betalen om te parkeren in de buurt. Bewoners van het centrum van Sneek zijn bijvoorbeeld voor de duurste vergunning 300 euro per jaar kwijt. Ook in Zeist, Doetinchem en Emmen kunnen de prijzen flink oplopen.
Nederlanders hoeven lang niet overal de portemonnee te trekken om te mogen parkeren. Ongeveer zes op de tien gemeenten kennen zelfs helemaal geen parkeervergunningszones. In ruim twintig gemeenten moeten bewoners in sommige buurten wel een vergunning aanvragen, maar zijn daar geen kosten aan verbonden. Dat is bijvoorbeeld zo in IJsselstein en Valkenburg.
In delen van stadsdeel Noord van Amsterdam betalen bewoners slechts 32 euro om te mogen parkeren. Dat is bijna twintig keer minder dan de eerdergenoemde duurste vergunning in het centrum van de hoofdstad. Ook in Den Bosch, West-Betuwe, en Maastricht bestaan grote verschillen binnen de gemeentegrenzen.
Parkeervergunningen zijn het duurst in aantrekkelijke buurten, ziet Giuliano Mingardo. Volgens de onderzoeker stedelijke economie bij de Erasmus Universiteit komt dat doordat hier te veel mensen zijn en te weinig ruimte.
Corine Hoeben van onderzoeksinstituut COELO merkt bovendien op dat parkeergelden, zoals die uit vergunningen, door gemeenten worden gebruikt om de begroting sluitend te krijgen. Hoeben: „Door de taken die de gemeente moet uitvoeren is er vaak sprake van een tekort en het Rijk komt niet over de brug met extra geld. Alle gelden komen op één grote hoop en de gemeente moet hiermee alle kosten dekken.”