Broekers-Knol: doden op het Kanaal komen door mensensmokkelaars
De dood van 27 mensen die vorige week verdronken tijdens de oversteek van het Kanaal is „tragisch”, maar was lastig te voorkomen. Dat zei demissionair staatssecretaris van Asiel Ankie Broekers-Knol tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer. De bewindsvrouw wil zich vooral richten op de mensensmokkelaars, die volgens haar een „hoop geld” verdienen ten koste van de „kwetsbare mensen” die van Europa naar het Verenigd Koninkrijk proberen te reizen.
De staatssecretaris wees erop dat het afgelopen jaar minder mensen zijn aangetroffen in vrachtwagens naar Engeland: ruim 15.000 tegenover meer dan 16.000 in 2019. Tegelijk nam het aantal mensen dat met een bootje wilde oversteken toe met meer dan 25.000 tot bijna 37.000 in totaal. Al die mensen betaalden volgens haar duizenden euro’s voor de „vreselijke trip” die bovendien buitengewoon gevaarlijk is. Ze wil dit tegengaan met de regels, internationale samenwerking en de agentschappen die er al zijn. Er vindt onder meer overleg plaats, ook met Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en België.
DENK-leider Tunahan Kuzu, op wiens verzoek Broekers-Knol naar de Kamer kwam, zei te vrezen dat dit niet genoeg zal zijn. „Als we constant blijven wijzen naar Europese afspraken, dan gaat het veel te lang duren.” Hij hekelde het asielbeleid in Europa, dat hij „inhumaan” vindt. „Waarom moeten er eerst mensen verzuipen om de koppen bij elkaar te steken?”, vroeg hij zich af. „Ik denk dat het van tevoren heel lastig is om te overzien in welke mate en onder welke omstandigheden mensen bereid zijn om die gevaarlijke oversteek te maken”, bracht Broekers-Knol daartegen in.