Verdachte verhoord in vermissingszaak Jaïr Soares
In het onderzoek naar het 7-jarige jongetje Jaïr Soares dat in 1995 op het strand van Monster verdween, is deze week een 42-jarige man gehoord als verdachte, meldt het Openbaar Ministerie (OM) in Den Haag woensdag.
De man, die nu in een tbs-kliniek zit, heeft verklaard niet betrokken te zijn bij de zaak. Zijn verklaring wordt gecontroleerd, aldus het OM.
Bij onderzoek van een database met oude zaken kwam deze man in beeld. Er zijn overeenkomsten tussen de vermissing van Soares en een andere zaak waarvoor de man eerder is veroordeeld. De vermissingszaak van Jaïr werd in 2019 op de zogenoemde coldcasekalender geplaatst. Daarna meldde een getuige zich die dicht bij de plek woonde waar Jaïr destijds verdween. Dit was voor het OM aanleiding om de verdachte, die in 1995 minderjarig was, te horen.
De toen 7-jarige Jaïr verdween op 4 augustus 1995 op het strand van Monster, waar hij met zijn ouders was. Toen ze een patatje gingen halen, speelde Jaïr tikkertje rond de strandtent. Daar is hij voor het laatst gezien. Er is nooit meer iets van hem vernomen of teruggevonden.
De Telegraaf meldde eerder dat het de 42-jarige verdachte Wik H. (42) betreft. Die is veroordeeld tot achttien jaar cel en tbs voor moord en verkrachting van een 10-jarig meisje in een park in Schiedam in 2000, maar een woordvoerster van het OM kan dat niet bevestigen. „We doen nooit uitspraken over de identiteit van de verdachte”, aldus de woordvoerster.