Videovergaderdienst Zoom hard omlaag op Wall Street na cijfers
De aandelenbeurzen in New York zijn dinsdag met kleine koersverliezen geopend. Videovergaderdienst Zoom Video Communications was een opvallende daler bij de bedrijven op Wall Street na cijfers die niet goed vielen bij beleggers. Ook elektronicaverkoper Best Buy moest het ontgelden na de bekendmaking van teleurstellende vooruitzichten voor de verkoop in de feestdagenperiode.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na aanvang 0,1 procent in de plus op 35.636 punten. De brede S&P 500 steeg ook 0,1 procent tot 4686 punten en de technologiegraadmeter Nasdag verloor 0,1 procent tot 15.840 punten.
Zoom Video kelderde in de vroege handel ruim 15 procent. De groei van Zoom is aan het afzwakken nu steeds meer mensen weer op kantoor werken in plaats van thuis. Daardoor wordt minder vaak gebruikgemaakt van de onlinevergaderdiensten van de onderneming dan voorheen.
Best Buy werd ook meer dan 15 procent lager gezet. De verwachting voor de verkoop in de feestdagenperiode viel lager uit dan analisten hadden verwacht. Volgens Best Buy kunnen er tekorten aan bepaalde elektronische producten zijn. Kledingverkoper Urban Outfitters kreeg met zijn resultaten de handen van investeerders evenmin op elkaar en dook ruim 12 procent in het rood. Dat gold ook voor branchegenoot Abercrombie & Fitch (min 15,4 procent).
Andere bedrijven die de boeken openden waren onder meer sportwinkelketen Dick’s Sporting Goods (min 8,7 procent), discountwinkel Dollar Tree (plus 5,6 procent), levensmiddelenconcern J.M. Smucker (plus 4,2 procent) en de leverancier van medische apparatuur Medtronic die 1,3 procent daalde.
De techfondsen op Wall Street lieten een wisselend beeld zien na de minnen een dag eerder. Zo wonnen grote bedrijven als Amazon en Google-moederconcern Alphabet tot 1,3 procent aan waarde. Apple, Facebook-moeder Meta Platforms en Microsoft gingen juist tot 0,9 procent omlaag.
De olieprijzen stegen, ondanks het besluit van de Amerikaanse regering om 50 miljoen vaten uit de strategische oliereserves vrij te geven om zo de dure brandstof aan de pomp tegen te gaan. De prijs van een vat Amerikaanse olie werd 1,8 procent duurder op 78,13 dollar. Brentolie werd 1,9 procent duurder op 79,23 dollar per vat. Olie- en gasconcerns als ExxonMobil, Chevron en ConocoPhillips gingen daarop tot 3,4 procent omhoog.