Promovendus Soderberg: Vaker vieren avondmaal heilzaam voor geloofsleven
Heilig avondmaal. De spanning loopt vaak op bij de voorbereiding, maar „God geeft ons genade wanneer we komen en ook veelvúldig komen”, zo zegt de Amerikaanse promovendus Gregory Soderberg.
Het verlangen naar een veelvuldiger vieren van het avondmaal, liefst elke week, wringt vaak met de Bijbelse plicht om zich goed geestelijk voor te bereiden. Dat is de kern van het proefschrift ””As often as you eat this bread”: Communion frequency polemics and practices in English, Scottish, and early American Reformed Churches”, waarop dr. Soderberg deze week promoveerde bij prof. dr. Gijsbert van den Brink aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij beschrijft daarin de avondmaalspraktijk vanaf de late Middeleeuwen en de Reformatie via de lijn van het puritanisme naar de gereformeerde en presbyteriaanse kerken in Schotland en Noord-Amerika.
Calvijn was, zoals bekend, een voorstander van een wekelijkse communie en zinspeelde zelfs op een dagelijkse, met een beroep op onder meer Augustinus. Om politieke redenen kon dit geen doorgang vinden, evenmin bij zijn tijdgenoten. Wel wilden de hervormers het sacrament van het avondmaal in ere herstellen na de deformatie ervan in de Middeleeuwen. Terwijl in de Middeleeuwen de gelovigen tijdens de mis vaak alleen de hostie vanaf een afstand zágen en hoogstens één keer per jaar (verplicht) ter communie gingen, probeerden de hervormers de gelovigen te overtuigen om ook wérkelijk het sacrament te eten en te drinken. Geen passief toekijken, maar actieve deelname.
Voor Calvijn werd de deelname, waartoe hij de hele gemeente opriep, direct verbonden met de beoefening van tucht en dat werd de gangbare traditie in de gereformeerde kerken. Maar dat bracht ook spanningen met de eis van frequentie. In Schotland en later in Amerika werd zozeer de nadruk gelegd op de kerkelijke tucht en de ernst van de deelname, dat dit leidde tot geringer avondmaalsbezoek. Over het algemeen werd het avondmaal vier keer per jaar gevierd.
Soderberg gaat uitvoerig in op hoe puriteinen het belang van het avondmaal benadrukten ter versterking van het geloof. Maar het moest niet ten koste gaan van grondige voorbereiding, wat soms leidde tot het vertellen van de bekering als voorwaarde voor deelname. Ook waren er verschillen tussen puriteinen. Terwijl sommige predikers de lat geestelijk hoog legden wat de voorbereiding betreft, accepteerden anderen, zoals William Perkins, een algemene belijdenis van het geloof en de wens om een heilig leven te leiden.
Blijvende spanning
De spanning tussen voorbereiding en de noodzaak van veelvuldig gebruik van het avondmaal typeert het christelijk leven als zodanig, licht dr. Soderberg desgevraagd toe. „Het herinnert ons eraan niet tevreden te zijn met ons huidige niveau van heiliging, maar het geeft ook troost dat welke heiliging we ook hebben deze te danken is aan de genade van God. Als mensen gevangenzitten in werkheiligheid en op hun eigen voorbereidingen gefixeerd zijn in plaats van de genade van God, worden ze vermaand om te komen en zich open te stellen voor de genade van God.”
Het gevaar van formalisme is altijd aanwezig, stelt dr. Soderberg, „maar ik denk niet dat een frequent gebruik dit als zodanig in de hand werkt. Dan zou dat verwijt ook kunnen opgaan voor andere middelen der genade, zoals het aanhoren van de prediking van het Woord en het beoefenen van het gebed.”
U constateert de angst voor het onwaardig aangaan van het avondmaal. Een reden tot mijding?
„Ik ontdekte dat aarzeling om aan te gaan alle denominaties overstijgt en ook bij de sacramenteel denkende rooms-katholieken en oosters-orthodoxen voorkomt. Juist omdat het avondmaal een bijzondere gebeurtenis is, voelen mensen een spanning om onwaardig tot de tafel te naderen. Sommige schrijvers hebben de voorbereiding en persoonlijke heiligheid zo sterk benadrukt dat mensen niet aangingen omdat ze niet aan de normen konden voldoen. Als we het avondmaal veronachtzamen, is dat tot geestelijke schade van onszelf. Dat is ook wat de meeste bronnen, uit welke hoek ze ook komen, beweren. Zij wijzen ook op de onlosmakelijke band tussen doop en avondmaal. Zoals de doop het begin van onze relatie met God symboliseert, zo is het avondmaal een van de manieren waarop God ons geloof voedt en zegent met Zijn genade.”
Wat is uw persoonlijke mening over een wekelijkse communie?
„Ik geloof dat hiervoor sterke Bijbelse, historische, pastorale en praktische redenen aan te voeren zijn. Ik heb de zegen ervaren tot kerken te behoren, de Communion of Reformed Evangelical Churches, die deze wekelijkse communie al vele jaren beoefenen. Mijn onderzoek heeft mij echter ook geleerd dat veel gereformeerde theologen aarzelend hierover waren omdat hun politieke en historische omstandigheden dit complex maakten. Maar hun compromissen mogen niet het laatste woord zijn en normatief zijn voor de kerk van vandaag. De rijkdom van de reformatorische en puriteinse spiritualiteit ten aanzien van het belang en de ernst van het avondmaal is een uitdaging voor de soms luchthartige en gemakkelijke manier waarop velen, tenminste in Amerika, aan het sacrament deelnemen.”