CNV Bedrijvenbond: standaard looneis raakt uit de tijd
Het eisen van standaard structurele loonsverhogingen in CAO–onderhandelingen raakt volgens de CNV Bedrijvenbond zo langzamerhand uit de tijd. Voorzitter J. Jongejan van de CNV–bond stelde dinsdag bij de presentatie van de CAO–inzet van zijn bond voor 2005 dat de loonvraag beter moet gaan aansluiten bij de specifieke situatie in een bedrijf of sector. Het gevolg is dat gelijkheid niet meer leidend kan zijn in de beloning van werknemers.
„Door alleen in te zetten op een structurele loonsverhoging, wordt te weinig uit een onderneming en de werknemers gehaald", stelde Jongejan. Volgens hem moet er niet te hoog worden ingezet op de structurele loonsverhoging, zodat ook ruimte overblijft voor eenmalige en resultaatafhankelijke beloningen. „Als ondernemingen moeten innoveren en werknemers zich moeten doorontwikkelen, dan is het eigenlijk best goed om het afronden van een vakopleiding door een werknemer met een eenmalige bijdrage van de werkgever te belonen."
CAO–coördinator A. Jongbloed van FNV Bondgenoten zei in een reactie absoluut geen behoefte te hebben aan meer maatwerk in de loonvraag. „Wij zijn ook voor eenmalige en resultaatafhankelijke beloning, maar dan wel bovenop de structurele en niet in plaats van." Zowel de FNV als het CNV heeft onlangs hun looneis op maximaal 1,25 procent vastgesteld voor 2005.
Jongejan stelt dat de looneis een optelsom moet zijn op basis van twee basisprincipes. Dat zijn voor de CNV–bond behoud en ontwikkeling van koopkracht enerzijds en uiting van betrokkenheid anderzijds. Volgens hem is het veel te beperkt om de structurele looneisen zoals nu gebeurt, te baseren op de macro–economische indicatoren inflatie en de arbeidsproductiviteit.
Volgens de vakbondsvoorman moeten ook werkgevers een cultuuromslag maken en meer oog krijgen voor de betrokkenheid en tevredenheid van het personeel. De CNV–bond wil daarom naast CAO’s met werkgevers sociale contracten sluiten over doelen voor de lange termijn. Dat is volgens hem nodig, omdat complexe thema’s op de CAO–tafel liggen. Bijvoorbeeld het verhogen van de arbeidsparticipatie van zowel oud als jong, man en vrouw, allochtonen en autochtonen.
Jongejan is echter kritisch over het pleidooi van voorzitter D. Terpstra van de overkoepelende vakcentrale CNV, om het taboe op demotie te doorbreken. Hij stelt dat het weliswaar belangrijk is dat ouderen langer doorwerken wegens de vergrijzing, maar dat een stapje terugdoen in de carrière of deeltijdpensioen een individuele keuze van de mensen moet blijven. „Werkgevers moeten ouderen niet als een bezuinigingspost gaan zien en functies creëren, waardoor het prettig doorwerken is."