Verzetsvrouw Gisela Wieberdink overleden op 100-jarige leeftijd
Verzetsvrouw Gisela Wieberdink-Söhnlein is dinsdag op 100-jarige leeftijd overleden. Gisela Söhnlein heeft in de Tweede Wereldoorlog veel Joodse kinderen gered voordat zij werden gedeporteerd. Söhnlein overleefde vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück en speelde daar ook een grote rol, aldus het Verzetsmuseum Amsterdam dat haar overlijden vrijdag bekendmaakte.
Gisela Söhnlein studeerde rechten in Amsterdam toen de oorlog uitbrak. In september 1942 kreeg zij contact met de bekende mensenredder Piet Meerburg. Söhnlein haalde Joodse kinderen op in de crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg, waar Joodse mensen werden verzameld voor deportatie. Zij bracht de kinderen door heel Nederland naar schuiladressen, samen met de Utrechtse Hetty Voûte.
In juni 1943 werden de vrouwen na verraad opgepakt en via de kampen Haaren en Vught naar Ravensbrück gestuurd. Daar schreven zij liedjes om de moed erin te houden bij hun kampgenoten. Na de oorlog was Hetty Voûte betrokken bij de oprichting van het Verzetsmuseum. Zij haalde later Gisela Wieberdink-Söhnlein er weer bij. Die droeg bij aan exposities over onder meer haar studiegenote Hannie Schaft.
Gisela Wieberdink-Söhnlein kreeg in 1988 de Yad Vashem-onderscheiding voor haar hulp aan vervolgde Joden.