Wrakingsverzoek proces Akster afgewezen
De advocaten van Wim Akster hebben dinsdag nul op het rekest gekregen bij een wrakingsverzoek in de rechtszaak over seksueel misbruik.
Het Constitutioneel Hof in Blantyre in Malawi heeft het verzoek van de advocaten van Wim Akster afgewezen. Het betreft de rechtszaak waarin Akster verdacht wordt van het seksueel misbruiken van drie mannen en zes studenten in de periode dat hij financieel directeur was van Timotheos. Deze zaak werd op 10 mei doorverwezen naar het Constitutioneel Hof, waardoor het een procedurekwestie zou worden.
Aksters advocaten maakten bezwaar tegen de persoon van Victor Jere die door het Constitutioneel Hof werd aangewezen om de Staat te vertegenwoordigen.
Dinsdag heeft het Hof uitgesproken dat Jere daar inderdaad toe bevoegd is.
Jere heeft verzocht om deze zaak bij het Hof te seponeren en terug te brengen naar een lagere rechtbank voor een strafproces. Hij stelt dat de advocaten van Akster in gebreke gebleven zijn. Zij hadden vóór 20 augustus een verklaring moeten indienen met hun argumenten voor een te houden hoorzitting. „Als Staat hadden we en hebben we nog steeds niets om op te reageren. We denken dat dit een vertragingstactiek is", zegt Jere. De rechters van het Hof besluiten nu op 26 november of deze zaak inderdaad verwezen wordt naar de lagere rechtbank.