Geld op tafel voor arme landen, zegt Johnson op klimaattop
Rijke landen moeten op de klimaattop in Glasgow „geld op tafel leggen” om in de laatste uren een doorbraak in de onderhandelingen te bewerkstelligen, zei de Britse premier Boris Johnson vrijdag tegen de avond. Geld moet de armere landen helpen om het gebruik van fossiele brandstoffen af te bouwen en zich aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering.
In de jongste concepten van de slotteksten, waar op de top nog aan wordt gesleuteld, is meer aandacht voor de positie van armere landen dan in de eerdere versie. Het wordt „urgent” genoemd dat de beloofde 100 miljard dollar per jaar aan klimaathulp voor armere landen ook echt wordt uitbetaald. Dat dit tot dusver nog niet is gelukt, wordt „diep betreurd”. Volgens Johnson moet het geld voor armere landen de komende uren van de top centraal staan. Officieel eindigde de klimaattop van de VN vrijdagavond om 18.00 uur lokale tijd, maar dat die deadline niet zou worden gehaald was al langer duidelijk.
De premier reisde woensdag nog naar Glasgow voor overleg en een persconferentie aldaar. Hoewel meerdere politici hem opriepen om langer op de klimaattop te blijven om invloed uit te oefenen op de onderhandelingen, reisde hij dezelfde dag nog terug naar Londen.
Meerdere landen hebben zich ook na de meest recente aanpassingen in de conceptteksten ontevreden uitgelaten over de passages over financiering voor armere landen. Zo noemde de Chinese delegatie de afspraken nog te weinig gedetailleerd. Volgens de BBC willen Brazilië, Paraguay, Uruguay en Argentinië dat een speciaal comité toezicht gaat houden op het uitbetalen van de 100 miljard dollar per jaar aan armere landen.