Onlangs heb ik u gepreekt over „Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop.” Ik zag het, u was enigszins bewogen. Het is in waarheid een goede zaak om ontroerd te worden, doch zonder werking van de wet zal het u geen nut doen. O, hoe droevig om te denken aan het westen van Schotland. Ik ken een streek waar er meer naar de hel zullen gaan dan op vele andere plaatsen. De woeste Hooglanden hebben niet zo veel roepstemmen in de wind geslagen als u gedaan hebt.O, gij West-Schotland, dat evenals Kapernaüm tot de hemel toe verhoogd zijt, u zult tot de hel toe neergestoten worden. Ja, u hebt allen wel een godsdienst, u bent gelijk aan de kerk van Laodicea, welke niets ontbrak. Maar zij wist niet dat zij lauw, arm, ellendig, blind en naakt was. U mag denken dat u genoeg hebt en geen behoefte hebt aan de prediking van het Woord, evenwel bent u een volk dat in een jammerlijke toestand verkeert. Ik roep u toe dat u niet tot Hem wilt komen, opdat u het leven mag hebben. En wat is uw antwoord? Zijn er hier mensen die zeggen: Wij willen niet? Moeten wij heengaan en onze Meester zeggen dat u niet tot Hem wilt komen?

O, belijders en opzieners, u bent een schande en een oneer voor de godsdienst.

Richard Cameron, predikant in Schotland, 17e eeuw (In tijden van vervolging)