VS straft leger Eritrea voor rol in conflict Ethiopië
De Verenigde Staten leggen sancties op aan het leger van Eritrea en andere Eritrese personen en organisaties voor hun rol in het bloedige conflict in buurland Ethiopië. Daar brak een jaar geleden oorlog uit tussen de regering in Addis Abeba en het Tigray Volksbevrijdingsfront (TPLF), dat meer dan 25 jaar de scepter zwaaide in Ethiopië.
Eritrea heeft maandenlang ontkend het Ethiopische leger te hebben geholpen in het noordelijke Tigray, maar later bleek dat ook Eritrese milities gruweldaden hebben verricht. Naast het leger van Eritrea zijn ook de heersende politieke partij PFDJ, gelieerde bedrijven en vooraanstaande bestuurders en adviseurs op de Amerikaanse zware lijst gezet, om druk uit te oefenen om het conflict te beëindigen.
Het TPLF heeft inmiddels de overhand gekregen in de burgeroorlog en is de hoofdstad tot enkele honderden kilometers genaderd. Ondertussen blijft Eritrea volgens de Amerikanen militair actief in het buurland. De VN-Veiligheidsraad riep de partijen in Ethiopië vorige week op tot een staakt-het-vuren.
Het Eritrese leger heeft zich volgens de VS schuldig gemaakt aan slachtpartijen, rooftochten en verkrachtingen. Honderdduizenden leden daaronder, reden voor het Amerikaanse ministerie van Financiën nieuwe sancties in te stellen. Eritrea, dat volgens de VS inspanningen voor vrede tegenwerkt, ontkent de beschuldigingen. De VS hebben vanwege ernstige mensenrechtenschendingen eerder al strafmaatregelen opgelegd aan Ethiopiërs, onder wie de stafchef van het leger.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) sloeg vrijdag opnieuw alarm over de situatie in Tigray, waar mensen sterven door een door Ethiopië opgeworpen blokkade van voedsel en medicijnen. WHO-chef Tedros Adhanom Ghebreyesus, zelf uit Tigray, zei dat zijn organisatie daardoor geen hulp kan sturen. Volgens Amnesty International zijn in Addis Abeba opnieuw grote groepen mensen uit Tigray opgepakt en gevangen gezet.