Mantelzorger gebaat bij beter fiscaal beleid
Het was maar een klein bericht, weggedrukt door verontrustend nieuws over oplopende coronacijfers. Maar wel een alarmerend bericht: de komende jaren stijgt de vraag naar mantelzorg naar verwachting met 70 procent. Om aan de groeiende zorgvraag te voldoen wordt vaker een beroep gedaan op mensen die werken. Deze groep mantelzorgers groeit van 1,8 miljoen nu tot 2,1 miljoen in 2040, heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) becijferd.
Een belangrijke reden van de groeiende vraag naar mantelzorg is de vergrijzing. Daarnaast speelt de verhoging van de pensioenleeftijd een rol. Maar het RIVM wijst er ook op dat meer vrouwen, „op wie de mantelzorg in de praktijk het meest neerkomt”, in 2040 zullen zijn gaan werken.
Het gaat om een serieus probleem. De zorg voor ouderen, zieken en kwetsbaren dreigt in de knel te komen. Nu al zijn veel mantelzorgers overbelast; als zij massaal uitvallen is het leed niet te overzien.
De -terugtredende- overheid probeert de mantelzorger wel te ondersteunen, maar dan gaat het meer om verbetering van de randvoorwaarden waaronder zij het werk kunnen doen: dat ze zich gesteund voelen, dat ze weten waar ze terecht kunnen voor informatie en ondersteuning, dat ze minder last hebben van regels en registratie en hoe ze beter kunnen samenwerken met professionals… Het Rijk laat het aan de gemeenten en andere organisaties over om concretere vormen van hulp te bieden.
Het probleem is niet met een simpele ingreep weg te poetsen. Maar er zijn wel factoren aan te wijzen die een oplossing in de weg staan. Het gebrek aan mantelzorgers staat niet los van de al jaren bestaande brede maatschappelijke en politieke trend om vrouwen te verleiden betaald werk te gaan doen. Dat vertaalde zich in het stapsgewijs afschaffen van de algemene heffingskorting, waardoor er een absurd verschil ontstond in de fiscale behandeling van een- en tweeverdieners. Dat de ruimte voor het doen van vrijwilligerswerk (en dus ook voor mantelzorg) daardoor afneemt, wordt nu dus pijnlijk duidelijk.
Als maatschappij moeten we het aandurven om deze dieperliggende cultuurtrend onder kritiek te stellen. Is het echt zo dat alleen het hebben van een betaalde baan zin aan het leven geeft en voor voldoening zorgt? Moet er niet veel meer waardering en concrete hulp komen voor die vijf miljoen (!) mantelzorgers die zich met hart en ziel belangeloos inzetten voor hun oude of zieke familieleden of buren? Het is een taak die enorm veel van mensen vraagt. De zorg kan jarenlang duren en je kunt er niet zomaar even vrijaf van nemen in het weekend of in een vakantie. Mantelzorgers zijn letterlijk onbetaalbaar – en tegelijk houden ze de zorg betaalbaar. Voor ons allemaal.
Het is daarom goed dat de overheid méér doet dan zijn waardering uitspreken voor mantelzorgers en het verbeteren van randvoorwaarden. Een eerste stap zou het slechten van de kloof tussen de fiscale behandeling van een- en tweeverdieners kunnen zijn. Zodat mensen niet langer worden gestraft als zij er voor kiezen om in plaats van te gaan werken hun krachten te geven aan de zorg voor anderen. Het zou een mooie uitdaging zijn voor een nieuw kabinet.