Tijdens lockdown meldde buurtbewoner vaker huiselijk geweld
Vanaf de eerste coronalockdown in maart 2020 werden meldingen van huiselijk geweld iets vaker gedaan door buurtbewoners en andere ‘gewone’ burgers, vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder. Dat meldt het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) op basis van een onderzoek naar de meldingen bij het advies- en meldpunt Veilig Thuis. Het totaal aantal meldingen van huiselijk geweld nam niet toe.
Hoewel professionele hulpverleners, met name politieagenten, nog altijd het vaakst huiselijk geweld en kindermishandeling melden, deden gewone burgers dat vanaf de eerste coronalockdown vaker dan voorheen, zegt NSCR. Zo werd in 2020 tijdens de eerste coronalockdown bijna 10 procent van de meldingen gedaan door buurtbewoners of andere burgers. In 2019 was dat 7,6 procent.
Het NSCR denkt dat de landelijke campagne tegen huiselijk geweld tijdens de coronacrisis mogelijk heeft bijgedragen aan meer alertheid en bereidheid onder burgers om huiselijk geweld te melden. Verder kunnen de coronamaatregelen, zoals thuiswerken, ertoe geleid hebben dat het geweld vaker gehoord of gezien is, waardoor er vaker meldingen zijn gedaan, aldus NSCR. Tegelijkertijd zorgden de coronamaatregelen ervoor dat familieleden en vrienden minder snel huiselijk geweld konden opmerken en melden.
In 2020 kwamen er bij Veilig Thuis 120.395 meldingen van huiselijk geweld binnen, in 2019 waren dat er 126.807. Dat het aantal meldingen is gedaald, hoeft volgens NSCR niet te betekenen dat er daadwerkelijk minder huiselijk geweld heeft plaatsgevonden in 2020. „Hiervoor is vervolgonderzoek nodig”, aldus het studiecentrum.