Twintig jaar cel geëist voor dood zwakbegaafde
Het openbaar ministerie (OM) heeft maandag voor het gerechtshof in Den Haag twintig jaar cel geëist tegen de 29–jarige F. van den A. Hij stond in hoger beroep terecht omdat hij een 22–jarige zwakbegaafde vriend zo zwaar mishandelde dat deze overleed.
De rechtbank in Den Haag legde eerder een celstraf van acht jaar op, waarna het OM in hoger beroep ging. Van den A. werd namelijk niet veroordeeld voor moord, waar de officier van justitie voor pleitte, maar voor doodslag.
Ook advocaat–generaal R. Geradts achtte moord bewezen. „De verdachte heeft tijd gehad om na te denken over de gevolgen van zijn daad. Dat is voldoende om voorbedachten rade aan te tonen", aldus Geradts.
De twee mannen gingen door het leven als vrienden, maar in werkelijkheid zou de verdachte de zwakbegaafde regelmatig zwaar hebben mishandeld. Omstreeks 15 augustus overleed het slachtoffer nadat hij door Van den A. was afgetuigd. De verdachte ontkent dat hij de zwakbegaafde man ooit heeft mishandeld. „Ik heb die jongen niet doodgeschopt. Het leven is iets om zuinig op te zijn", aldus Van den A. Hij was in 1998 al betrokken bij een poging tot moord op een zwakbegaafde.
Het hof doet uitspraak op 13 december.