Aantal wintersporters wordt steeds kleiner
Het aantal wintersporters dat jaarlijks de sneeuw opzoekt, wordt steeds kleiner. De groep Nederlanders die elk jaar één of meer keer op de lange latten staat, schommelt momenteel rond de 1,1 miljoen. De ANWB maakte maandag bekend dit wintervakantieseizoen (2004 – 2005) rekening te houden met een teruggang van maximaal 5 procent.
De ANWB zei vorig jaar ook al een daling van 5 procent te verwachten. Dat bleek achteraf iets mee te vallen met een min van 3 procent. Volgens de verkeers– en reisorganisatie blijven de belangrijkste oorzaken van het afnemen van de belangstelling de aanhoudend onzekere economisch situatie en het gevoel bij consumenten dat alles steeds duurder wordt. Daardoor kiezen tegenwoordig ook veel mensen in de winter voor de goedkoper geworden zonvakanties.
Het Algemeen Nederlands Verbond van Reisondernemingen (ANVR) meldde maandag op basis van de jongste cijfers (tot 14 november) dat de boekingen voor het winterseizoen 5 procent achterlopen ten opzichte van vorig jaar. Zonbestemmingen als de Canarische Eilanden (plus 3 procent) en Egypte (plus 12 procent) doen het goed, terwijl de sneeuwvakanties nog 10 procent minder belangstelling genieten. Het ANVR denkt dat de sneeuwkriebels nog zullen loskomen.
De ANWB benadrukt wel dat wintersporters een heel trouwe groep vakantiegangers zijn, die proberen elk jaar de berghellingen op te zoeken. De kans is volgens de organisatie dan ook vrij groot dat wanneer straks de conjunctuur aantrekt, het aantal Nederlanders dat de sneeuw opzoekt in hetzelfde tempo groeit als het nu daalt.
Driekwart van de wintersporters gaat met de auto op vakantie en 15 procent met de bus. De trein en het vliegtuig nemen de rest van het vervoer voor hun rekening. Oostenrijk blijft de belangrijkste bestemming met ruim 500.000 Nederlandse gasten. Frankrijk volgt al jaren op afstand met circa 200.000 vakanties. Zwitserland en Duitsland blijven op respectievelijk nummer drie en vier staan. Tsjechië heeft Italië verstoten van de vijfde plaats.