Hof Japan weigert seksslavinnen compensatie
Koreaanse vrouwen die in de Tweede Wereldoorlog in het Japanse leger dienden als seksslavin en militairen die onder dwang voor Japan moesten vechten, krijgen geen compensatie. Dat heeft het Japanse hooggerechtshof maandag geoordeeld.
De 35 klagers, onder wie nabestaanden van de slachtoffers, hadden ieder 20 miljoen yen (ruim 146.000 euro) schadevergoeding geëist. Het hooggerechtshof hield besluiten van lagere rechters overeind. Het hof oordeelde volgens het persbureau Kyodo dat de huidige Japanse grondwet niet voorziet in compensaties voor schade die het land tijdens de Tweede Wereldoorlog aanrichtte.
Het proces gaat terug tot 1991, toen drie Zuid-Koreaanse vrouwen via de Japanse rechter probeerden compensatie af te dwingen. Zij waren de eersten die na decennia zwijgen en verzwegen te zijn de situatie van de seksslavinnen in de openbaarheid brachten.
De klagers reageerden teleurgesteld op de uitspraak. „We kunnen geen woorden vinden voor de woede en wanhoop die we voelen”, aldus de leider van de Koreaanse vereniging van oorlogsslachtoffers, Yang Soon Im. „Tot nog toe zagen we Japan als een ontwikkeld, geciviliseerd land. Nu kunnen we het alleen zien als onmenselijk.”
Het Koreaanse schiereiland heeft veel geleden onder de soms brute Japanse bezetting, die duurde van 1910 tot 1945.Historici stellen dat ten minste 200.000 jonge vrouwen, eufemistisch aangeduid als troostmeisjes, gedwongen werden in het Keizerlijke Japanse Leger te werken. De meesten kwamen uit Korea, maar ook vrouwen uit Taiwan, China, de Filipijnen en het toenmalige Nederlands-Indië werden op deze manier misbruikt.