„Een ramp als deze willen we nooit meer meemaken”, schrijven de bestuurders in een verklaring. „De situatie is urgent, er is geen tijd te verliezen.” Volgens hen draagt beter waterbeheer in Limburg niet alleen bij aan de veiligheid daar, maar ook verder stroomafwaarts.

Van het geld moeten onder meer opvangbekkens en regenwaterbuffers worden aangelegd. Ook moeten gebouwen „waterrobuust” gemaakt worden, bijvoorbeeld door stopcontacten te verhogen. Verder moet geïnvesteerd worden in het vasthouden van water in landbouwgebieden.

Waar het geld precies vandaan moet komen, wordt nog uitgewerkt. Het Rijk zal een groot deel van de kosten dragen, maar volgens commissaris van de koning Johan Remkes moeten ook „regionale partners” bijdragen.

Visser schreef vorige week in een brief aan de Tweede Kamer dat het ministerie van Infrastructuur al met een tekort kampt van ongeveer 2 miljard euro voor onderhoud en renovatie. Zij steunt de oproep tot meer geld dan ook. „Iedereen is trots op onze infrastructuur, maar daar moet je ook in investeren.” Omdat het kabinet demissionair is, kan ze nu geen bedragen toezeggen. De minister denkt dat binnen een jaar helder is wat er precies moet gebeuren.

Remkes, die tevens werkzaam is als informateur, zal het onderwerp niet inbrengen aan de formatietafel. „Dan heb ik twee petten op en dat gaan we dus niet doen.”

Vorige zomer werden het zuiden en midden van Limburg getroffen door grote overstromingen. Er vielen geen dodelijke slachtoffers, maar de schade is groot. Verschillende verzekeraars, waaronder ASR, houden rekening met tegenvallers van tientallen miljoenen euro’s als gevolg van de overstromingen.