Karel van Manderprijs voor David Keuning en Anne Mieke Backer
De Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici (VNK) heeft vrijdag op haar jaarlijkse Kunsthistorische Dag de Karel van Manderprijs toegekend aan twee publicaties. David Keuning kreeg de prijs voor ”Bouwkunst en de nieuwe orde. Collaboratie en berechting van Nederlandse architecten 1940-1950”. Anne Mieke Backer ontving de prijs voor ”Er stond een vrouw in de tuin”.
De Karel van Manderprijs wordt sinds 1958 toegekend voor een waardevolle wetenschappelijke kunsthistorische publicatie. De jury kwam dit jaar tot een shortlist van acht genomineerden. Hoewel uiteindelijk zowel vernieuwing, belang voor het vakgebied, diepgang én leesbaarheid belangrijke argumenten waren bij de toekenning van de Karel van Manderprijs 2021, bleek in de praktijk dat twee publicaties gelijkwaardig streden om de hoofdprijs. Omdat de twee auteurs ieder een ander vakgebied behandelen, heeft de jury dit jaar bij hoge uitzondering twee boeken uitgeroepen tot winnaar.
”Bouwkunst en de nieuwe orde” van David Keuning is volgens de jury een boek dat historiografisch belangrijk is omdat dit het verleden van Nederland in de twintigste eeuw in direct verband brengt met de geschiedenis van de architectuur, en uiteindelijk ook met de manier waarop architectuurhistorici zich daartoe verhouden. „Een boek dat door de gekozen benadering uitermate belangrijk is voor de beoefening van de architectuurgeschiedenis in Nederland.”
”Er stond een vrouw in de tuin” van Anne Mieke Backer biedt volgens de jury „een schier oneindig overzicht, gelardeerd met talloze afbeeldingen, prenten, persoonlijke verhalen en vrouwen, die het Nederlandse (tuinen)landschap in het verleden hebben vormgegeven.”
De Karel van Manderprijs is vernoemd naar Karel van Mander (1548-1606), de grondlegger van de Nederlandse kunstgeschiedenis.