Rotterdammers praten angst weg
Ongeveer 600 Rotterdammers hebben zaterdag meegedaan aan de Dag van de Dialoog. De initiatiefnemers daarvan denken angst en groeiend wantrouwen tussen bevolkingsgroepen weg te kunnen nemen door mensen met elkaar te laten praten.
Het idee voor de Dag van de Dialoog ontstond na de aanslagen op 11 september 2001 in de Verenigde Staten. „Door de aanslagen werden mensen angstiger en daar hebben wij dit op verzonnen”, aldus Stefan van Tongeren namens de meer dan veertig organisaties die het initiatief steunen.
„Na de moord op Theo van Gogh is dit een manier om een nieuw wij te vinden”, aldus burgemeester Opstelten zaterdag. „Mensen moeten elkaar ontmoeten en elkaar recht in de ogen kijken. Als je dat doet, begrijp je elkaar.”
Opstelten opende de derde Dag van de Dialoog en schoof aan bij een gesprekstafel in het Oude Noorden. Elders in de stad deden onder anderen uitgaansgoeroe Ted Langenbach, oud-politicus Steven van Eijck en wethouder Marianne van den Anker (Veilig) hetzelfde. In de stad schaarden telkens hooguit tien bewoners zich rond in totaal 95 tafels.
De nasleep van de moord op Theo van Gogh dook op in de gesprekken. Een Marokkaans meisje zei dat mensen de laatste tijd anders naar haar kijken. Zelf denkt ze dat het meisje bij de kassa in de supermarkt haar bewust vies aankijkt, maar ze realiseert zich later dat dit net zo goed kan zijn omdat de caissière een rotdag heeft of ruzie met haar baas.
Ook de andere Marokkaanse deelnemers aan deze dialoogtafel geven aan dat ze het niet prettig vinden dat ze zichzelf moeten verdedigen. Ze voelen dat ze worden aangekeken op de daad van een ander. „Eén iemand verpest het voor heel veel anderen. Alle aandacht gaat naar die ene uit, terwijl zo veel anderen het gewoon goed doen”, verzuchtte een meisje.
Van Tongeren had wel verwacht dat de verwikkelingen na de dood van Van Gogh aan de orde zouden komen. „De tegenstelling tussen bevolkingsgroepen ligt bloot. Maar als je angstiger bent of meer wantrouwen hebt, kun je dat ook eerlijk zeggen. Aan de dialoogtafels wordt geprobeerd uit te vinden wat iemand met dergelijke gevoelens kan. Soms kun je met concrete en simpele dingen iets voor jezelf veranderen en het leefklimaat in de stad verbeteren. Angst is nu eenmaal een slechte raadgever in zaken als deze.”
Hij realiseert zich dat critici het gepraat als ”soft” afdoen. „Het klinkt inderdaad soft. Maar het zijn wel gesprekken die mensen niet vaak met elkaar zullen hebben. Zeker niet met de Marokkaanse slager van de hoek of de overbuurman die directeur is, of met de burgemeester. Het leuke is dat op zo’n dag de verschillen wegvallen en mensen zien wat hen bindt. Aan beide kanten zijn mensen bang en wantrouwend.”
Opstelten deed de afgelopen jaren prima ervaringen op tijdens de gesprekken. Hij nodigde ook verscheidene keren Rotterdammers bij hem thuis aan de eettafel uit en sprak daar met hen over hun ervaringen en hun visie op leven in de grote stad.