Volgens minister Bot van Buitenlandse Zaken is wat de Europese Unie betreft het uitschrijven van nieuwe verkiezingen in Oekraïne de enige begaanbare weg om een oplossing te bereiken voor de impasse in het land. Alleen als het hooggerechtshof zou vaststellen dat er bij de onlangs gehouden presidentsverkiezingen geen fraude is gepleegd, wordt het „deksels lastig" om een herverkiezing te organiseren, zei de bewindsman zaterdag na afloop van een gesprek met zijn speciale gezant, de diplomaat Biegman.

Bot zegt dat het de bevolking vooral gaat om een „eerlijke uitslag" van de verkiezingen. „Wie er wint is minder belangrijk voor ze", had hij begrepen uit de observaties van Biegman die zaterdagochtend terugkeerde van een missie van enkele dagen naar Oekraïne. De diplomaat had daar de ogen en oren gevormd voor het Nederlands voorzitterschap van de unie.

„De mensen zijn vriendelijk, iedereen lijkt tegen het gebruik van geweld te zijn. Zelfs de mijnwerkers uit het oosten van het land worden vriendelijk opgenomen door de duizenden demonstranten in Kiev. Maar tegelijkertijd is de bevolking vastbesloten. De Oekraïner is niet iemand die snel opgeeft", vertelde Bot na te zijn bijgepraat door Biegman. „Voor het land vormt deze situatie een keerpunt naar echte democratie," aldus de bewindsman.

Bot benadrukte verder dat de druk vanuit de Europese Unie noodzakelijk is en blijft om het democratisch proces in het land te ondersteunen. Tegelijkertijd benadrukte hij dat „het de EU niet te doen is om Oekraïne in de Europese invloedsfeer te trekken. Het gaat ons om goede relaties". De EU heeft er veel belang bij dat Oekraïne een stabiel land is.

Het parlement van Oekraïne oordeelde zaterdag tijdens een spoedzitting met grote meerderheid dat de tweede ronde van de presidentsverkiezingen van zondag 21 november ongeldig is en niet de wens van het volk weergeeft. Hoewel het parlement niet de officiële bevoegdheid heeft de uitslag van de verkiezingen ongeldig te verklaren, legt zijn standpunt wel gewicht in de schaal.

De resolutie waarmee de stembusgang van afgelopen zondag ongeldig werd verklaard, kreeg de steun van 307 afgevaardigden, 106 parlementariërs onthielden zich van stemming en een politicus stemde tegen. Een motie ingdiend aan het eind van de spoedzitting en die aandrong op het overdoen van de verkiezing haalde het evenwel niet.

Wel sprak het parlement zijn wantrouwen uit tegen de Centrale Kiescommissie, die toezicht hield op de verkiezingen en het tellen van de stemmen. Volgens een grote meerderheid heeft de commissie niet haar plichten volgens de grondwet en wetten van Oekraïne vervuld. De afgevaardigden wisten tal van onregelmatigheden te melden die plaatsvonden bij de stembusgang op 21 november.

De pro–Russische premier Viktor Janoekovitsj won volgens de officiële uitslag de verkiezingen, maar volgens de oppositie en internationale waarnemers is er massaal gefraudeerd tijdens de stembusgang en bij het tellen van de stemmen. Oppositieleider en presidentskandidaat Viktor Joesjtsjenko en zijn aanhang erkennen daarom de uitslag niet. Joesjtsjenko heeft een officiële klacht ingediend, die maandag door het hooggerechtshof wordt behandeld.