Linkse partijen kraken het „klimaatoptimisme” van het demissionaire kabinet en noemen de Klimaatnota van staatssecretaris Yeşilgöz (Klimaat en Energie) „schaamteloos”.
In de donderdag door het kabinet naar buiten gebrachte nota stelt de regering dat de doelen uit de Klimaatwet bijna binnen bereik zijn. Die stellingname strijdt volgen GroenLinks, PvdA en PvdD met het oordeel van de Raad van State en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Die waarschuwen juist dat voor het bereiken van de klimaatdoelen snel veel meer maatregelen nodig zijn.
De nota van het kabinet is daarom „schaamteloos”, vindt GL-leider Klaver. Nederland heeft zich ten doel gesteld de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 49 procent te hebben verminderd ten opzichte van 1990. Met het huidige beleid wordt dat, zelfs als alles meezit, niet gehaald, stellen Raad van State en PBL.
Optimisme is volgens Klaver goed, maar „je hebt ook luie optimisten. Dat zijn mensen die denken: het zal allemaal wel goed komen. Maar het komt niet vanzelf goed.”
Volgens PvdA’er Thijssen moeten nu „alle alarmbellen afgaan”. Kamerlid Teunissen (PvdD) stelt dat het kabinet „bewust het Urgenda-vonnis niet haalt. En dat is je bewust niet aan de rechtsstaat houden.”
Diezelfde geluiden klinken vanuit milieuorganisaties. Zo noemt Greenpeace het „een bittere pil” dat de signalen van klimaatwetenschappers „niet lijken door te dringen tot onze ministers.” De organisatie vindt dat nog dit jaar kolencentrales dicht moeten, zodat de CO2-uitstoot omlaag gaat.
Milieudefensie stelt dat „harde keuzes uit de weg worden gegaan” door een „politiek van pappen en nathouden.”
Het kabinet erkent overigens dat er meer maatregelen nodig zijn, maar houdt in haar Klimaatnota ook vol dat het ten aanzien van het terugdringen van broeikasgassen al „een flinke slag” heeft gemaakt. Wat betreft het klimaatbeleid wordt overigens ook veel doorgeschoven naar de formatieonderhandelingen die momenteel gaande zijn tussen VVD, D66, CDA en ChristenUnie.