Actualiteit versterkt belang van christelijke vrijheid
Overheidsdwang en volksoproer passen allebei in het straatje van de duivel. Luther had er ook mee te maken. Daarom schreef hij ”Over de vrijheid van een christenmens”. Laten we de boodschap van de christelijke vrijheid herwaarderen.
Door coronamaatregelen werd onze bewegingsvrijheid ingeperkt en een stuk eigen verantwoordelijkheid weggenomen. Drang wordt welhaast dwang. De lhbt-ideologie bedreigt de vrijheid van godsdienst. In scholen en kerken vragen we ons af hoelang we nog onomwonden mogen uitspreken dat Gód bepaalt hoe het huwelijk eruitziet. De klimaatpolitiek heeft veel impact op boeren en vissers. Ze moeten aan steeds meer regels voldoen en elk jaar wordt de vraag of ze nog boer of visser kunnen blijven prangender. De digitalisering verloopt in sneltreinvaart. Digibeten komen steeds meer buiten de samenleving te staan. Veel anderen worden meegezogen door een allesbeheersend systeem waarin bedrijven als Facebook de dienst uitmaken en mensen slechts een ”consumerend nummer” zijn. Kortom: de vrijheid om je leven naar eigen overtuiging in te richten, staat toenemend onder druk. Wat nu?
Boerenopstand
Voor de hand liggende reacties zijn frustratie en opstandigheid. Zo ontstond in de tijd van de Reformatie de Boerenopstand (1524-1525). De onvrijheid vanwege een allesbepalende kerk en veeleisende overheden leidde tot een uitbarsting. Hangt zoiets, in Nederland of elders, nu weer in de lucht? Denk aan de bestorming van het Capitool.
Kritiek op de onvrijheid uit zich ook in het bagatelliseren van problemen. Er zijn virus-, klimaat- en racismeontkenners. Ook in reformatorische kring zien we daar iets van, zeker rond milieu en klimaat. Dit ontkennen is echter struisvogelpolitiek en helaas vaak ik-gericht.
Aan de andere kant gaan velen mee in de visie van de liberale overheid en media. Het is de weg van de minste weerstand om ervan uit te gaan dat alle coronamaatregelen voor ons bestwil zijn, dat windturbines en zonneparken de oplossing zijn en dat algehele digitalisering onontkoombaar is. Langzamerhand word je ingepakt. Je belandt in een fuik die geestelijk funest is, maar waar je nauwelijks uit kunt ontsnappen.
Vertrouwen
Oproer noch slapheid biedt een uitweg. Die ligt alleen in het Evangelie, en zeker ook in een leven vanuit de christelijke vrijheid. In 1520 schreef Maarten Luther daarover een traktaat, met als uitgangspunten: 1. Een christen is een zeer vrije heer over alle dingen, aan niemand onderworpen. 2. Een christen is een zeer dienstvaardige knecht van allen, onderworpen aan allen. Luther ontleende deze vooral aan 1 Korinthe 9:19 en Romeinen 13:8. Deze vrijheid en dienstbaarheid zijn gefundeerd in de gemeenschap met Christus. Alleen wie in Christus is, is echt vrij én echt dienstbaar.
Het komt erop aan (nu meer dan ooit?) dat we door een levend geloof aan Christus verbonden zijn. Daar wringt wel wat, geloof ik. Velen laten zich niet laten vaccineren omdat je voor je gezondheid op God moet vertrouwen. Maar vertrouwen zij ook op Hem tot zaligheid? Er zijn allerlei redenen om terughoudend te zijn rond coronavaccins, maar er is er niet één om terughoudend te zijn in het komen tot Christus!
Alleen verbonden aan Christus hebben we een antwoord op de nood van de tijd. Zijn werk is de bron van de christelijke vrijheid. Wie in Zijn sterven en opstanding deelt, is vrij van de banden van zonde en duivel. Wie het om de gunst van Christus gaat, is niet meer afhankelijk van de mening van mensen. Wie in de trouw van de Zaligmaker rust, is niet bezorgd over de toekomst. Wie van de liefde van Jezus leeft, gaat anderen van harte dienen.
Gewetensvrijheid
Wat betekent dit voor het concrete leven? Niet dat we een vleselijke vrijheidsstrijd moeten voeren (Galaten 5:13). Natuurlijk mogen we in politiek opzicht opkomen voor burgerlijke vrijheden, maar voor een christen is een restaurantverbod of vakantiebeperking niet het echte probleem. Het betekent wél dat we verantwoording schuldig zijn aan God en God alleen. Daarom is gewetensvrijheid essentieel. Laten we de juiste prioriteiten zoeken: de vrijheid om God en onze naaste te dienen. Daarom was het bijna-verbod op kerkgang en verpleeghuisbezoek zo’n probleem.
We moeten ons ook geen beslissing laten opdringen die ingaat tegen ons geweten, zoals rond vaccinatie, orgaandonatie, genderideologie of digitalisering. Dat zal toenemend ongehoorzaamheid vragen, in gehoorzaamheid aan de enige Heere.
Het betekent ook oefening om in te zien wat ons onvrij maakt. Niet alleen zichtbaar (overheden, multinationals, media) maar ook onzichtbaar (de duivel, ons zondige ik). Op actuele ontwikkelingen hebben we nauwelijks invloed, maar vastzitten aan zonde is een keuze. Bevrijding daarvan maakt echt vrij (Johannes 8:36), ook van de slavernij van de tijdgeest.
Het betekent, in de derde plaats, een andere inrichting van het leven. Ook veel christenen zijn meegezogen in materialisme, maakbaarheidsdenken en internetverslaving. Dat maakt vatbaar voor de technocratische manier waarop wereldleiders alle problemen willen oplossen (Great Reset). Christelijke vrijheid betekent: „Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar ik zal onder de macht van geen mij laten brengen” (1 Korinthe 6:9). Laten we daarom minder consumeren, onze agenda leger maken en minder aan het infuus van (sociale) media liggen. Om juist meer aandacht te hebben voor Gods schepping, geestelijke bezinning en dienst aan de naaste. Een leven in slavernij aan Christus geeft ware vrijheid.
De auteur is predikant binnen de Hersteld Hervormde Kerk.