Inflatie Duitsland naar hoogste niveau in 28 jaar
De inflatie in Duitsland is in oktober uitgekomen op het hoogste niveau in 28 jaar, vooral als gevolg van stijgende energieprijzen. Volgens het Duitse statistiekbureau Destatis werd het leven in de grootste economie van Europa gemiddeld 4,5 procent duurder dan een jaar eerder. Dat was een maand geleden nog 4,1 procent. Energieprijzen vielen op jaarbasis alleen al bijna 19 procent hoger uit.
Over de hele linie stijgen overigens de prijzen, ook door het na-ijleffect van de tijdelijke btw-verlaging vorig jaar, die begin dit jaar werd teruggedraaid. Steeds meer bedrijven besluiten ook om de hogere productiekosten door te berekenen aan klanten. Die prijsstijgingen zijn weer het gevolg van onder andere tekorten aan onderdelen en de oplopende kosten voor energie.
Voor heel dit jaar rekent Berlijn op een inflatie van 3 procent. Dat is het hoogste niveau in bijna dertig jaar. Volgend jaar zal het leven naar verwachting in doorsnee 2,2 procent duurder worden en nog een jaar later zwakt de inflatie af tot 1,7 procent.
In de laatste conjunctuurenquête verklaarde het Duitse onderzoeksinstituut Ifo al dat een op de twee ondernemingen in Duitsland plannen heeft om de prijzen te verhogen vanwege de aanhoudende bevoorradingsproblemen. Geholpen door steunmaatregelen om de gevolgen van de coronapandemie op te vangen hoopt Berlijn dat het beschikbare inkomen van de consumenten dit jaar met 2,5 procent en volgend jaar met 3,8 procent zal stijgen. Dat zou kunnen helpen om de binnenlandse vraag te stabiliseren, ondanks de prijsstijgingen.
Maar voor veel consumenten is de ongewoon hoge inflatie direct voelbaar. Daarbij groeit de twijfel of de prijsstijgingen tijdelijk zullen zijn, zoals centrale bankiers suggereren. Verschillende bedrijven, waaronder bierbrouwers, kondigden al prijsverhogingen aan. Ook autofabrikanten kampen met problemen, zoals tekorten aan chips en onderdelen, waardoor zij minder kortingen kunnen toestaan dan normaal.